— 257 —
schrijfster vermelde punten. Ik had verzuimd melding te maken van de bij elke waschmethode voorafgaande indompeling, weeking zou men bijna kunnen zeggen, van het lijnwaad in koud water. Ik had dit behooren te doen en zou dan ook melding hebben gemaakt van het zoogenaamde inbranden. Dat ik het niet gedaan heb is alleen te verontschuldigen, wanneer men weet, dat ik mijn stukje voor eene voorhandene, dus bepaalde ruimte in het album schreef, en derhalve gedwongen was om alles terzijde te laten, wat niet dadelijk in verband stond met mijn doel om te doen opmerken en begrijpen wat er in de gewone waschmethoden voor verbetering vatbaar is en hoe dit kan verbeterd worden. Ik wil dit verzuim thans trachten te herstellen.
Ik heb (blz. 197) gezegd, dat de onreinheden in het linnen voor een groot deel uit vetstoffen bestaan. Zij bevatten bovendien nog andere zelfstandigheden en wel, vooral op die plaatsen waar het linnen met de huid in aanraking is geweest, stoffen die men eiwitachtige zou kunnen noemen, welke althans met het bekende eiwit daarin overeenkomen, dat zij in koud water oplosbaar zijn, in heet water daarentegen stremmen, onoplosbaar worden,—onoplosbaar niet alleen in dit heete, maar ook in koud water, waarmede men ze naderhand zou in aanraking brengen. Dit geschiedt nu ook met de eiwitachtige stoffen van de "plekken" wanneer ze dadelijk met het heete water in aanraking worden gebragt: en de plekken branden in. Zijn deze stoffen evenwel vooraf door het weeken in koud water uit het linnengoed verwijderd, of althans in zeer verdunden toestand gebragt, dan is bij eene daarop volgende behandeling met heet water van het inbranden niets te bespeuren, en dit vooral dan niet, als dit niet enkel heet water, maar eigenlijk eene heete alkalische oplossing is. Voor het oplossen en wegnemen van de vetstoffen, dat nu volgen moet, is de hooge warmtegraad zeker voordeelig; in mijne omgeving althans heb ik dan ook geene waschvrouw voor het eigengenlijke wasschen bij voorkeur koud water zien bezigen.
Het nu behandelde eerste punt vereischte van mij eene amende honorable en eene nadere toelichting, dus eenige uitvoerigheid; bij de twee volgende punten zal ik korter kunnen zijn. Wat het on-