Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/39

Deze pagina is gevalideerd

— 27 —

schen, dan de Russen, dan de Grieken, dan de Israëliten, dan de Arabieren, enz. die allen afzonderlijke soorten uitmaken. Ja, daar natuurlijk politieke verbindingen en afscheidingen hier niet in aanmerking komen, zoo behoort de noordelijke Franschman tot eene andere menschensoort, dan de Provençaal, en deze weder tot eene andere dan de Breton. Slechts dan kan hier eene uitzondering bestaan, wanneer eenig volk of stam van vermengd ras mogt wezen, in welk geval hier van geene eigenlijke menschensoort, maar van een bastaardras sprake zou zijn. Doch in dit geval zal de eigenlijke afstamming van dit bastaardras zich dikwijls verraden door het voorkomen van enkele daartoe behoorende individuen, die de zuivere kenmerken zullen vertoonen van de onvermengde stammen, waaruit hun ras ontsproten is.

 

 

Ik besluit hiermede de mededeeling van eenige der voornaamste gronden, die heden ten dage tegen de eenheid des menschelijken geslachts worden aangevoerd, en ga nu over tot de aanmerkingen en bedenkingen, welke ik in den aanvang van dit opstel heb gezegd aan die mededeeling te zullen toevoegen.

Onder de eenheid des menschelijken geslachts verstaat men eenheid van soort en eenheid van afstamming. Dit zijn echter twee zaken, die wel naauw met elkander in verband staan, doch tevens wél van elkander moeten worden onderscheiden. Wanneer men stelt, dat alle menschen van éénen oorspronkelijken stam of van één eerst menschenpaar afkomstig zijn, dan sluit deze stelling tevens in, dat alle menschen tot eene en dezelfde soort behooren gebragt te worden. Beweert men daarentegen slechts het laatste en neemt men dus aan, dat er slechts ééne enkele menschensoort is, dan sluit dit nog volstrekt niet in, dat alle menschen van éénen oorspronkelijken stam of van een eerst menschenpaar zouden afstammen. Laat ik dit door een voorbeeld duidelijk maken. De wolven in Zweden en Noorwegen, en die in Spanje, behooren zeker tot eene en dezelfde soort, maar daarom is het nog niet zeker, dat de Noordsche en Spaansche wolven van een en hetzelfde eerste wol-