Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/425

Deze pagina is gevalideerd
3
DER SPINNEN.

schriften en waarnemingen zijn er sedert eeuwen over de spinnen verschenen. In alle landen en in alle talen zijn deze dieren bekend. Geen volk ter wereld, geen natuurmensch zoo onbeschaafd, of het werk der spin heeft zijne opmerkzaamheid geboeid. En in waarheid, hare weefsels en woningen, haar geduld en hare nijverheid, hare vlugheid en haar strijdlust zijn niet weinig in staat onze verwondering en lust tot onderzoek op te wekken; terwijl het ongemeen groot verschil in hare ligchaamsvormen en levenswijze een niet minder uitgebreid, dan aangenaam veld tot altijd leerzame natuurstudie oplevert.

Het ligchaam der spinnen bestaat slechts uit twee deelen. Zij hebben het hoofd en de borst, zonder halsgedeelte, in één stuk vereenigd. Dit draagt den naam van "kop-borst" (cephalo-thorax). Van voren is het voorzien met de voeldraden, van boven met de oogen, van onderen met de monddeelen.

Voeldraden en monddelen
Voeldraden en monddeelen.
Links: a. a. bovenkaken, met verticale gifthaken. b. b. onderkaken. c. zoogenoemde lip. d. d. voeldraden of liever palpen van een vrouwelijk individu.
Rechts: a. a. bovenkaken, met horizontale gifthaken. b. b. c. als boven. d. d. als boven van een mannelijk individu. e. e. generatie-knopjes aan de palpen.

De voeldraden of "palpen" zijn twee in getale, ieder zamengesteld uit vijf geledingen. De oogen zijn weinig, of slechts bij enkelen, eenigzins bewegelijk. Daarentegen is hun getal betrekkelijk groot; in den regel zijn er 8 voorhanden; bij enkelen worden er 6, bij één geslacht slechts 2 gevonden. Hunne onderlinge stand en rigting zijn zeer verscheiden, in 2, 3 of 4 rijen, waarbij soms eenige ten deele met elkander vergroeid zijn.