door een mikroskoop voordoen in den vorm van een' uitgehaalden verrekijker.
Primitief spinbuisje, op zich zelve.
Ieder spinbuisje is weder voorzien van eene groote hoeveelheid kleinere openingen of poriën, die van iederen spintepel gezamenlijk op 1000 worden geschat. Wanneer alzoo de 4 spintepels werkzaam zijn, treden er uit de gezegde poriën 4000 primitieve spinragdraden naar buiten. Deze draden kunnen, naar den wil van het dier, in dunnere of dikkere bundels worden vereenigd, waartoe zij de haken en kammen van het tarsaallid der pooten bezigen (bladz. 4), bij sommigen in verband met de werking der spintepels of spin-palpen. Met de laatste zag ik, even als met twee penselen, vooral de huisspinnen (Tegenaria) veel werken, onder heen en weder gaande bewegingen van het geheele achterlijf. Ook het omspinnen van hare eijeren leverde mij meermalen eene voortreffelijke gelegenheid op, om dit ten duidelijkste waar te nemen.
Zeer vergroote spintepels, met hunne spinhuisjes, waaruit de spinragdraden te voorschijn treden. (Volgens rennie).
Het spinsel zelf is, zoo lang het in den klier-toestel is besloten, eene taaije gom- of lijmachtige, doch glasheldere vloeistof. Deze heeft echter de eigenschap, om zoodra zij aan de buitenlucht is blootgesteld, op te droogen en vast te worden. Dit wordt zeer begunstigd doordien het uit zoo vele openingen en oorspronkelijk in zoo onbegrijpelijk fijne draadjes naar buiten treedt. Over dit fijne weefsel der primitieve spinrag-draden zijn vele nasporingen gedaan, en de opgaven daarover verschillen naar de soorten en den leeftijd der spin. Een enkele daarvan is voor het scherpste ongewapende oog niet zigtbaar; er zouden 18000 noodig zijn, om eenen draad