en kousen, maar ook artikelen van weelde, beurzen en dergelijken, en d'orbigny zelfs een' geheelen zijden pantalon daaruit verkreeg, schijnt het, dat men aan dezen tak van industrie in onzen tijd verder geene aandacht meer schenkt. Men moet dan ook de daaraan verbondene bezwaren niet gering achten. Ten voorbeelde diene, dat de cocons der gewone kruisspin betrekkelijk zoo weinig zijde opleveren, dat men er, om één oud pond spin-zijde te bereiden, 13,000, volgens anderen 50,000, van behoeft,—en dat men, om dat aantal cocons te bereiken, minstens eene kolonie van 600,000 dezer spinnen zelve moet plaatsen en onderhouden!—Voegen wij daarbij, dat er zeer onlangs eene grootere, meer produkt afwerpende, en gemakkelijker te voeden nieuwe soort van zijdeworm is ontdekt, zoo zal misschien ook hierdoor de reeks van proeven met de spinrag-zijde voor goed besloten worden.
Eene laatste misschien niet geheel van voordeel ontbloote, echter geringe beteekenis onzer dieren, wordt nog gevonden in de geneeskracht, die men aan haar in sommige landen heeft toegeschreven. Iedereen weet, dat het spinrag uitwendig wel eens wordt gebezigd tot het stelpen van bloedvliet. Intusschen wil ik geenszins gehouden zijn, het als zoodanig aan te bevelen; integendeel, de heelkunde is in het bezit van vele meer zuivere en minder prikkelende middelen daartoe. Een aftreksel van sommige Lycosae en andere spinnen, hetzij met water bereid, of inzonderheid met olie, bezit, in sommige warme landen, den roep van nuttig te zijn tegen wonden in het algemeen, en tegen spin-beet in het bijzonder. Insgelijks werd eene zoodanige olie nu en dan tegen oogziekten beproefd. De spin-eijeren, maar vooral ook de kaak-haken dezer dieren dragen, op de Antillische eilanden en elders, de faam van een uitstekend middel te zijn ter bedaring van kiespijn. De haken der groote bosch-spin zouden dáár te lande soms zelfs gebezigd worden als tanden-stokers, in den waan, van daardoor het gebit te versterken! Doch ook tot inwendig gebruik, heeft men,—misschien afgaande op de bittersmakende stof, welke volgens sédillot in sommig spinrag wordt gevonden,—dit middel aangewend tegen tusschenpozende koortsen. Dat van eene Clubiona-soort, die deswegens den bijnaam