Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/609

Deze pagina is gevalideerd
183
OVER DEN BAARS

in de Zwarte zee. In de wateren der steppen van Aziatisch Rusland is hij te huis, zoowel als in den Rhijn en in de Seine. In Groot-Brittanië is hij overvloedig; slechts in een klein gedeelte van Europa heeft men hem nog niet gevonden,—immers de Fauna van die plaats zwijgt er van,—namelijk niet op de Orcadische eilanden. Hoewel onze baars nog niet in Noord-Amerika aangetroffen is, zoo leeft in de wateren van dat gedeelte der wereld toch eene soort er van, die slechts in zulke kleinigheden van den onzen verschilt, dat zelfs natuurkenners dien voor denzelfden gehouden hebben of hoogstens voor eene verscheidenheid.

De baars leeft in elke soort van water, maar bij voorkeur in zoet water, vooral als het helder, stroomend en niet al te diep is; echter vindt men hem ook in zout water en zelfs somtijds in zee, aan de monden van rivieren en in de Scheeren aan de Zweedsche kusten. Zijne geliefkoosde verblijfplaatsen zijn slooten of kanalen die aan de wallen met riet en biezen begroeid en 3 à 4 voet diep zijn, ofschoon hij in den winter diepere waters opzoekt. In de Kaspische zee zijn somtijds duizenden te vinden, doch altijd stroomopwaarts de rivieren opzwemmende.

Wij zullen ons hier niet lang ophouden bij eene anatomische beschrijving, omdat bijna iedereen, die zulks wil, in de gelegenheid is zelf den baars te ontleden en wij voornemens zijn hierop later terug te komen; volledigheidshalve dient, dat zijne onderscheidingskenmerken voornamelijk zijn: twee duidelijk van elkander gescheidene rugvinnen, van welke de stralen der eerste stekelachtig en hard, die der tweede zacht en geleed zijn. De tong is zacht; tanden heeft de baars in beide kaken, op het voorste gedeelte van het ploegbeen en op het verhemelte; het voorkieuwschild is van beneden ingekorven getand aan den achtersten hoek; het kieuwschild eindigt in eene naar achteren gerigte punt, de kieuwstralen zijn zeven in getal, de schubben ruw, hard en niet ligt uit de huid loslatende.

De baars is een ongezellig dier en zwemt nooit in scholen; slechts in den paartijd zoekt hij baarzen van het andere geslacht op, terwijl hij overigens steeds in eenzaamheid en afzondering zijn leven doorbrengt; zelfs als er eenigen in een afgesloten vijver jaren achtereen