Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/648

Deze pagina is gevalideerd
222
ELEKTRISCHE UURWERKEN.

boven verklaarde wijze met een raderwerk in verband gebragt, den tijd aan te wijzen, dan zou zijn nut nog zeer beperkt zijn. Maar tegelijk met de verklaring der inrigting van eene andere soort van elektrische uurwerken, zal ook nog een gebruik van zulk eenen slinger van zelf in het oog vallen, waardoor hij eerst zijne ware belangrijkheid verkrijgt.

Elektrisch uurwerk In nevensgaande figuur is B een hoefvormige elektromagneet, zooals boven is beschreven. Daarvóór is, om een spilletje van onderen beweegbaar, het ijzeren sluitstukje P geplaatst. Aan dit ijzeren sluitstukje is van boven het hefboompje s verbonden, dat zelf aan zijn boveneind het puntige stukje n draagt. Dit stukje grijpt, als het ijzeren sluitstukje naar den elektromagneet toe bewogen wordt, in een der tanden van het rad A en doet dit telkenmale een tand vooruitgaan. Het palletje m belet dit radje het teruggaan. De beweging van het rad A wordt door het rondsel D op het rad C, en vandaar verder overgebragt. Op het oogenblik nu, dat men de uiteinden des geleiddraads, die om den elektromagneet is gewonden, in verbinding brengt met de pooleinden eener galvanische batterij, zal de stroom, die nu om het ijzer heen gaat, den elektromagneet in werking brengen; hij zal daardoor het ijzerstuk P naar zich toe trekken en dus het rad A een tand doen vooruitspringen. Verbreekt men den stroom weder, dan trekt de elektromagneet het stuk P niet meer aan, en dit wordt door de veer r weder naar zijne plaats teruggebragt. Wendt men nu hierbij eene werktuigelijke inrigting aan, die den stroom op bepaalde tijdstippen, bijv. om de andere seconde, doet gaan en weder verbreekt, dan zal het rad A, dat 30 tanden heeft, in eene minuut eens rondgaan en niets zal gemakkelijker zijn, dan dit op de gewone wijze met de uur- en minuutwijzers, als in elk ander uurwerk, in verband te brengen, en dus hierdoor den tijd te doen aanwijzen met volkomene juistheid, voorondersteld