Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/691

Deze pagina is gevalideerd
265
DE DOOD, PHYSIOLOGISCH BESCHOUWD.

niet-organische verbindingen ontstaan en blijven in stand ten gevolge der eenvoudige wetten van de scheikundige verwantschap, en zijn altijd tweeledig, binair. Daarentegen zijn de organische verbindingen, waaruit het bewerktuigd zamenstel bestaat, gevormd en worden in stand gehouden door het leven zelf, dat de werking der scheikundige verwantschappen wijzigt. Zij zijn daarbij grootendeels drie- of vierledig. Zoodra nu echter het leven in den mensch is uitgebluscht, houdt ook de oorzaak op, waardoor de organische verbindingen in stand werden gehouden, en de grondstoffen, waaruit die verbindingen bestonden, beginnen nu vrijelijk en onbelemmerd gehoor te geven aan de wetten harer onderlinge verwantschap. Daarvan is het gevolg, dat in elk deeltje des ligchaams iedere grondstof zich losmaakt uit de vereenigingen, welke zij zich tot dusverre had moeten laten welgevallen, en uit de andere grondstoffen, waarmede zij in aanraking is, die uitkiest om er zich mede te verbinden, met welke hare natuurlijke verwantschap het grootst is. De einduitkomst is, dat alle deelen des ligchaams zich ontbinden in niet-organische stoffen, welke nu gedeeltelijk in gasvormigen staat in de lucht ontwijken, gedeeltelijk in het water, voor zoover dit met het lijk in aanraking komt, worden opgelost, gedeeltelijk tot een bestanddeel worden van den grond, waarin het lijk begraven is. De beenderen blijven het langst in wezen; zij droogen uit, en vallen na zeer langen tijd tot stof uiteen, gelijk men soms waarneemt bij het openen van zeer oude begraafplaatsen.

Vóórdat deze scheikundige veranderingen voltooid zijn, verloopt er een geruime tijd, die evenwel zeer verschillend zijn kan; dat verschil wordt door een aantal omstandigheden bepaald, waarover ik hier niet kan uitweiden.

De verrotting is een middel, dat de natuur bezigt om de stof der van leven beroofde organen, wier voortbestaan voortaan doelloos zijn zou, te herleiden tot eenvoudiger verbindingen, opdat zij er weder van zou kunnen gebruik maken tot het vormen van nieuwe organische voortbrengselen. Uit den bodem, vruchtbaar gemaakt door die scheikundig omgezette stof, ontwikkelt zich een weelderige plantengroei; die planten dienen wederom aan dieren tot voedsel;