Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/709

Deze pagina is gevalideerd
283
DE KARPER.

hongerlijdende op het uur van voederen wachten, dan dat hij zelf in den tusschentijd voedsel zoeken zoude. Als men de vloeibare mestspecie uit schapen- en koestallen door middel van goten in den derden vijver kan leiden, worden de karpers zeer spoedig vet en lekker van smaak, hoewel hun vleesch, hoe ook gemest, altijd eenigzins zwaar om te verteren blijft.

De karper laat zich aan den hengel niet zeer gemakkelijk vangen, het best nog met een' gewonen worm of met eene gekookte erwt aan den hoek.—Men treft somtijds zonderlinge monsters aan bij welke alle beenderen van het aangezigt: voorhoofdsbeen, ploegbeen, vleugelwijze beenderen, kaakbeenderen, enz. zeer misvormd en als opgezwollen zijn, zoodat het schijnt alsof het voorhoofd tot aan de lippen overhangt. Rondeletius meende, dat zulken tot eene bijzondere soort behoorden, welke hij Cyprini miras pecies noemde. De verhalen van karpers met doodshoofden zijn ontstaan of door zulke monsters, of door karpers die gewond geworden zijn bij gelegenheid van het rietsnijden met eene zeis, waarvan men voorbeelden heeft. Eene variëteit, die zeer fraai is, is de karper-koning, Cyprinus rex cyprinorum, of ook spiegel-karper en leder-karper geheeten. Deze is in alle opzigten volkomen aan den gewonen karper gelijk, behalve dat hij slechts drie rijen schubben heeft, een rij langs den rug, een langs de zijdelingsche lijn, de derde aan den buik, en somtijds nog eenige schubben op borst en staart verspreid. Deze schubben zijn dan zeer groot, bij enkelen zijn zij ééne duim en vijf lijnen hoog en tien lijnen breed. Hunne strepen, kringen en granulatiën zijn alle onregelmatig. Cuvier zag er een geheel zonder schubben.

De Kalmukken maken eene slechte vischlijm van de zwemblaas van den karper; van de huid maken zij eene bijzonder goed tegen het water bestand zijnde stof: karpervel of Sasansarssyn geheeten; zij ontdoen het vel van de schubben en looijen het met zure melk en looistof getrokken uit de wortels van Statice coriaria; vervolgens worden er zeer elegante vesten van gemaakt. De bewoners van de kusten der Kaspische zee eten veel karpers, daar zij in menigte in die zee gevonden worden, doch zij werpen de eyernesten weg, zich verbeeldende, dat men de koorts krijgt door die te eten: