in water, dat men naast het vuur plaatst; spoedig geven zij bewijzen van terugkeerend leven, de vinnen bewegen zich eerst en worden uitgespannen, de kieuwen openen zich, weldra herneemt de visch, zich langzaam omwentelende, zijne gewone stelling met den buik naar beneden, begint langzaam het vat rond te zwemmen alsof hij bedwelmd was, en niet lang daarna is hij weer even vlug in zijne bewegingen als te voren.
Doch niet alleen in warmte en koude, ook bij eene zeer geringe luchtdrukking blijven de visschen leven, en ten besluite willen wij eenige proeven vermelden die cuvier, om dit te bewijzen, genomen heeft, proeven waartoe hij gebragt werd door de omstandigheid, dat er eene menigte karpers gevonden worden, levende in het meer Titicaca in Mexico, 4500 ellen boven het waterpas der stille Zuidzee, waar gevolgelijk de drukking der lucht zeer gering is en gelijk staat met 0m, 43 tot 0m, 42 kwikzilver. Hij plaatste te dien einde eenige rivier-knorhanen (Cottus gobio) en eenige modderkruipers (Cobitis fossilis) in een vat met water, onder eene glazen klok, uit welke hij, door middel van eene luchtpomp, de lucht naar willekeur verwijderen en dus de luchtdrukking verminderen kon, terwijl een barometer in den toestel bevestigd was, om naauwkeurige waarnemingen te kunnen doen. Hij bevond nu dat, als men zooveel lucht zeer langzaam verwijdert, dat de drukking slechts de helft of zelfs slechts een vierde der atmospherische drukking bedroeg, geene van beide soorten van visschen schenen te lijden, al hield men met dien geringen graad van drukking gedurende 4 tot 5 uren vol, terwijl de Cobitis in dien tijd zeer zelden luchtbellen liet ontsnappen. (Men weet dat dit vischje in normalen toestand gedurig lucht uit den anus ontlast, die door ehrmann bewezen is koolzuurgas te zijn.) Als men de lucht schielijk uitpompte en de barometer tot een acht en twintigste drukking daalde, lieten zij integendeel zeer veel lucht ontsnappen en verloren het evenwigt, als zij beproeven wilden om te zwemmen. Liet men nu het kwikzilver nog verder dalen, dan zag hij eene reeks van geheel andere verschijnselen. De in de ingewanden bevatte lucht zettede zich uit, zoodat de buik als eene met lucht gevulde blaas werd gespannen, de dieren kantelden om en kwamen met den buik