Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/739

Deze pagina is gevalideerd
313
DE BORENDE SCHELPDIEREN.

Serapis.Serapis tempel.
Serapis tempel.
Wanneer men van Napels af de kust langs gaat naar Puzzuoli, dan ziet men, dat zich op eenigen afstand van de zee eene rij van steile rotsen verheft, bestaande uit denzelfden tufsteen, waaruit Napels is gebouwd, en blijkbaar eenmaal door de zee bespeeld. Thans echter breidt zich aan den voet dier rotsen eene breede strook vruchtbaar land uit, en het is in dit gedeelte des bodems, nabij laatstgenoemde stad, dat de overblijfselen van den Serapis-tempel gevonden zijn. Nog staan drie der zes en veertig prachtige zuilen, die eenmaal het dak steunden, overeind. Daarvan bestonden vier en twintig uit graniet, de overige uit marmer. Zoowel nu in de over den vloer verstrooid liggende marmeren zuilen als in de drie, welke nog staan, treft men een groot aantal boorgaten van Lithodomen aan, in velen waarvan de schelpen nog bevat zijn. In de granietzuilen wordt daarvan niets gezien, en daar, waar in de marmeren zuilen kwartskorrels voorkomen, zijn deze ongedeerd gebleven, hetgeen als met den vinger aanwijst, dat de gaten in dit geval niet op werktuigelijke maar scheikundige wijze ontstaan zijn. In de nog staande zuilen worden deze boorgaten aangetroffen tot op eene hoogte van drie en twintig voet boven den hoogsten stand, dien thans het water bereikt. Het daaruit af te leiden besluit ligt voor de hand. Men moet namelijk wel aannemen, dat, toen deze tempel gebouwd werd, de vloer zich boven het water verhief, en daar nu de Lithodomen gelegenheid hebben gevonden om hunne