Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/740

Deze pagina is gevalideerd
314
DE BORENDE SCHELPDIEREN.

gaten tot eene zoo groote hoogte in de zuilen te boren, zoo moet de geheele tempel met den onderliggenden bodem gezakt zijn, zoodat de zee daarbinnen spoelde en de schelpdieren ook de nog regtstandige marmerzuilen tot hunne woning konden kiezen. Maar even zeker is het, dat op die vroegere daling des bodems eene rijzing gevolgd is, daar anders onmogelijk thans die boorgaten zich drie en twintig voeten boven het hoogste punt kunnen vertoonen, dat thans door het zeewater bereikt wordt. Zoo zien wij derhalve hier het bewijs geleverd van hetgeen trouwens door eene menigte van andere feiten hoe langer zoo meer gestaafd wordt, dat onze oogenschijnlijk zoo vaste aardkorst, maar die gedragen wordt door de gloeijende geheel of half vloeibare kern, daarop beurtelings rijst en daalt, even als een vlot op de golven der zee, en voorzeker verdient het onze opmerking, dat wij voor een groot deel de vaststelling dezer voor de geheele geologie zoo vruchtbare en gewigtige waarheid, verschuldigd zijn aan hetgeen de overblijfselen van schelpdieren, zoowel van hunne ligchamen als van hunne vroegere werkzaamheid, ons geleerd hebben.

Werpen wij ten slotte nog eenen vlugtigen blik op den invloed, dien deze borende weekdieren op de vervorming der schors onzer aarde reeds in overoude tijden gehad hebben en nog steeds voortgaan uit te oefenen.

Van de vernielende magt der Teredo's heeft ons vaderland de krachtige bewijzen ondervonden, en hoewel zij thans onze kusten grootendeels verlaten hebben, sedert het paalwerk der dijken door steenglooijingen vervangen is, zoo gaan zij elders nog steeds met hunne verwoestingen voort, en vooral zijn zij gevreesd in zeehavens, waar tevens schepen gebouwd worden en het daartoe gebezigde hout, in het water liggende, aan hunnen aanval is blootgesteld. Het waren juist de talrijke paalwormen in de baai des Passages in de haven van la Rochelle, die aan quatrefages de stof verschaften voor zijne uitstekende waarnemingen over de bewerktuiging, voortplanting en ontwikkeling dezer dieren. Maar toch, gelijk alles in de natuur zijne licht- en schaduwzijde heeft, zoo is het ook hier. Juist de vernieling door de Teredo's aangerigt werkt soms weldadig.