Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/778

Deze pagina is gevalideerd
352
IETS OVER ZEESPINNERS.

bysssus, vermengd met wol, zijde, alpaca enz., tot vervaardiging van verschillende kleedingstoffen te bezigen. Op de wereldtentoonstelling te Parijs trok een stuk lichtblaauw doek de aandacht, waarin deze byssus met wol was zamengesponnen. De talrijke, aan de oppervlakte van dit weefsel uitstekende spitsen der goudgele, zijdeachtige vezelen, verleenden daaraan eenen glans, als of het met goudstof bestrooid was.

 

 

MEXIKAANSCHE BLOEMKOOL.

 

Bij de stad Durango in Mexiko, waar anders de tuinbouw slechts weinig ontwikkeld is, bereiken de verschillende koolsoorten eenen hoogen graad van volkomenheid. De donkere boerenkool, de witte,- roode- en savoijekool zijn uitmuntend, maar worden overtroffen door de bloemkool. Koppen van deze laatste van twee voeten in doorsnede en waarvan een enkele de vracht van eenen ezel uitmaakt, zijn volstrekt niet ongewoon. De Mexikanen telen de bloemkool niet uit zaad, maar door stekken, welke van de wederuitloopende stammen afgenomen worden en twee jaren voor hunnen volkomenen wasdom noodig hebben. De uit Europeesch zaad gewonnen bloemkool bereikt nooit deze grootte, zoodat de grootte der hier gewonnen bloemkool, naar alle waarschijnlijkheid meer aan deze bijzondere wijze van kweeken, dan aan de verschillende luchtgesteldheid in deze oorden toe te schrijven is. Zie Seeman, Reise um die Welt II, p. 182.