Het is echter ditmaal niet over hen, dat ik de lezers van het Album onderhouden wilde, maar over eenen man, die door den geest, welke hem bezielde, naauw met hen verwant was, namelijk johan august wahlberg. Het is aan hem, dat het museum te Stokholm een groot deel zijner schatten verschuldigd is, die door hem verzameld zijn gedurende een verblijf van verscheidene jaren in de woeste binnenlanden van zuidelijk Afrika. Eene beknopte levensgeschiedenis van dezen merkwaardigen man is onlangs gegeven door gust. von düben en, uit het Zweedsch door w. peters overgezet, verschenen in het Zeitschrift für allgemeine Erdkunde, 1857, p. 329.
Zonder deze levensbeschrijving op den voet te volgen, willen wij daaraan eenige tooneelen ontleenen, die wel in staat zijn het boven gezegde aangaande de moeite en gevaren, waaraan reizende natuuronderzoekers bloot staan, te staven.
Van zijne vroegste jeugd reeds was wahlberg door eene neiging tot natuuronderzoek bezield. Deze neiging, waaraan hij tot daartoe slechts op eene beperkte schaal had kunnen voldoen, werd in 1837 nog sterker geprikkeld door het voorstel, uitgegaan van den Zweedschen consul aan de Kaap de Goede Hoop, den Heer letterstedt, van namelijk eenen Zweedschen natuuronderzoeker naar zuidelijk Afrika te zenden. Wahlberg bood zich aan. De Zweedsche Akademie der wetenschappen ondersteunde hem naar vermogen, doch het grootste deel der kosten van zijne reis was hij zelf verpligt te bestrijden. In 1838 verliet de toen achtentwintigjarige wahlberg, wel toegerust met de noodige natuurkennis en vol moed, voor de eerste maal Zweden en begaf zich over Engeland naar Afrika's zuidelijke oostkust. Den 19 Junij 1839 kwam hij in Port Natal aan, waar hij spoedig gelegenheid vond kennis te maken met de dappere Hollandsche kolonisten, die toen juist den dubbelen krijg tegen de Engelschen en de Kaffers te voeren hadden. Daar leerde hij ook delegorgue kennen, eenen Franschen natuuronderzoeker, met wien hij later verscheidene gemeenschappelijke togten deed.
Gedurende de eerste twee jaren bleven zijne togten tot den omtrek