Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/782

Deze pagina is gevalideerd
356
TOONEELEN UIT HET LEVEN VAN EENEN

van Port Natal bepaald. Den 7den October 1841 begon hij zijne eerste grootere reis in het binnenland, in gezelschap van eenen Hollandschen boerenknaap, willem nel, in wien hij eenen uitstekenden jager en eenen trouwen metgezel vond, en twee Kaffers. Zij voerden eenen wagen met zich, die met twaalf ossen bespannen was.

Wij kunnen wahlberg op dezen togt, die tot Augustus 1842 duurde, niet geregeld volgen. Trouwens zoowel van dezen als van zijne latere togten zijn slechts zeer onvolledige berigten te geven, daar al wat men daaromtrent weet moet geput worden uit eenige brieven door den moedigen reiziger aan zijne bloedverwanten geschreven. Hij zelf sprak zelden van hetgeen hem persoonlijk wedervaren was; het denkbeeld om daarmede te pralen was geheel vreemd aan zijne natuur; ook heeft hij nimmer daarvan eenige openlijke mededeeling gedaan. Tijdens zijn later verblijf in Zweden kon men nooit van hem te weten komen, hoeveel groote dieren hij wel had gedood. Slechts eenmaal in een onbewaakt oogenblik liet hij zich ontvallen, dat hij vijf leeuwen geschoten had.

Op dezen eersten togt werd een zijner ossen, in de onmiddelijke nabijheid van de plaats, waar hij gelegerd was, gedurende den nacht door leeuwen verscheurd. Een andermaal ontkwam hij ter naauwernood aan eenen hem vervolgenden rhinoceros, op een oogenblik dat hij slechts een met hagel geladen geweer bij zich had. Reeds voelde hij den warmen adem uit de neusgaten zijns vervolgers, toen hij nog juist bij tijds eenen grooten omgevallen boom bereikte, die hem ter beschutting kon dienen. De rhinoceros blijft eenige schreden van den boom plotselijk staan, snuivend en woedend, en keert naar alle zijden zijnen vreesselijk gewapenden kop. Na eenige oogenblikken wendt hij zich haastig om en vliedt ijlings van daar weg.—Op eenen anderen tijd zag hij eenen vogel, eene Buphaga, welke gezeten was op iets in het hooge gras. Thans gewapend met zijne olifanten-buks, waarmede kogels van 7 lood geschoten werden, sluipt hij langzaam nader, alleen beschut door eenig struikgewas; het schot knalt en de rhinoceros,—want zulk een dier was het,—stort neder en sterft na eenige stuiptrekkingen.