Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/817

Deze pagina is gevalideerd
 

ALBUM DER NATUUR.



WETENSCHAPPELIJK BIJBLAD.


 

PARTHENOGENESIS BIJ DIEREN.

 

Reeds meermalen zijn door verschillende waarnemers (albrecht basler, bernouilli, treviranus, nordmann, lacordaire, carlier) gevallen medegedeeld, welke schenen te bewijzen, dat onbevruchte wijfjes van eenige insekten somtijds eijeren leggen, waaruit jonge dieren komen. De bewijskracht dezer gevallen is echter door velen betwijfeld, met name ook door von siebold (zie Zeitschrift für wissenschaftliche Zoölogie, Bd. I, p. 93). Deze meende deze gevallen van zoogenaamde Lucina sine concubitu te kunnen verklaren, hetzij dan door eene afwisselende voortteling door middel van voedsters, even als zulks bij de Aphiden plaats heeft, of wel door aan te nemen dat de wijfjes reeds werkelijk vroeger bevrucht waren, zich daarbij grondende op het feit, dat het sperma in het receptaculum seminis der vrouwelijke insekten niet alleen maanden, maar zelfs jaren lang zijn bevruchtend vermogen behoudt.

Daarom te merkwaardiger is een thans verschenen geschrift van denzelfden, getiteld: Wahre Parthenogenesis bei Schmetterlinge und Biene. Ein Beitrag zur Fortpflanzungsgeschichte der Thiere. Leipzig, 1856. In dat geschrift namelijk verklaart von siebold zich thans overtuigd te hebben, dat er eene ware Lucina sine concubitu bij sommige insekten bestaat, en levert hij daarvoor de noodige bewijzen.

Vooreerst nam hij deze waar bij sommige zakdrager-vlinders, Solenobia lichenella l. en Solenobia triquetrella f. v. r. Kort na het verlaten van den poptoestand en geheel afgezonderd gehouden, begonnen deze eijeren te leggen, en door ontleedkundig onderzoek bleek, dat zij niet als voedsters konden beschouwd worden, maar volkomen ontwikkelde wijfjes waren. Dergelijke waarnemingen deed hij ook aan Psyche Helix, welken naam von siebold aan dezen vlinder geeft, omdat de rups in een als een slakkenhuis gewonden zak leeft. Uit alle de door deze vlinders gelegde eijeren kwamen echter alleen wijfjes. Ook bij den zijdewormvlinder (Bombyx mori) heeft BIJBL. A. D. N.