WETENSCHAPPELIJK BIJBLAD,
Nieuw Alkaloid in Conium maculatum.—Wertheim heeft in de bloemen van Conium maculatum een kristalvormig alkaloid ontdekt, waaraan hij den naam van Conydrine heeft gegeven. Deze benaming is ontleend aan de zamenstelling. De formule voor het nieuwe alkaloid is C16H17NO2; die van de Coniine C16H15N. Het verschil tusschen beiden is dus 2 O + 2 H. Het was daarom waarschijnlijk, dat men de Conydrine in Coniine zoude kunnen veranderen door behandeling met wateronttrekkende stoffen. Werkelijk is dit dan ook aan wertheim gelukt door middel van watervrij phosphorzuur in eene waterstofatmosfeer.—Uit 280 kilogrammen versche bloemen verkreeg wertheim 17 grammen zuivere kristallen. Uit de door hem met de beide alkaloiden op dieren vergelijkenderwijze genomen proeven, blijkt dat de Conydrine in veel geringeren graad vergiftig werkt dan de Coniine, ofschoon de daardoor te weeg gebragte verschijnselen aantoonden, dat de algemeene werking op het dierlijk organisme overeenkomt, zoodat zelfs wertheim vermoedt, dat de Conydrine in het organisme eene langzame omzetting in Coniine en water ondergaat en alleen daardoor eenen giftigen invloed uitoefent. (Sitzungsber. d. Kair. Alcad.d. Wiss. XXII,p. 113).
Desoria, het diertje van de zwarte sneeuw.—In Januarij 1856 werd, bij een zuidenwind, de sneeuwvlakte in het kanton Zürich en in Graauw-Bunderland, hier en daar met digte zwermen van kleine levende diertjes bedekt, en wel zoodanig, dat de sneeuw daardoor eene zwarte kleur aannam. Naar het onderzoek van Dr. j. papon is het diertje, hetwelk vooral op vrije woudvlakten en weiden, achter drooge muren werd aangetroffen, eene Desoria, met een langen springstaart. Papon houdt dit diertje voor nieuw en noemt het D. nivalis. C. Vogt daarentegen voegt het met de Desoria viatica Nicolabes zamen. (Verg. Froriep's Notizen u.s.w. 1857, S. 24).
De dierkunde der oude Grieken en Romeinen.—Onder den titel van: Zoölogie der alten Griechen und Römer, deutsch in Auszugen aus deren Schriften , (Götha 1856) heeft onlangs Dr. h.o. lenz, te Schnepfenthal, —