Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/892

Deze pagina is proefgelezen
76
ALBUM DER NATUUR.

namen van eenige zoodanige visschen op. Deze namen zijn gedeeltelijk aan deze geluiden ontleend. Zoo is het ook met de hedendaagsche namen van sommige visschen gesteld, waaronder ik slechts de knorhanen (Triglae), die aan onze kusten gevangen worden, behoef te vermelden. Joh. müller, de beroemde physioloog, niet minder groot vergelijkend ontleedkundige en dierkundige, heeft in een klein maar zeer geleerd opstel de berigten der ouden over deze geluidgevende visschen verzameld; vervolgens eene stelselmatige lijst van visschen gegeven, bij welke volgens oudere en nieuwere schrijvers geluiden zijn opgemerkt, en eindelijk eenige waarnemingen medegedeeld omtrent de geluiden van sommige visschen. Men moet hierbij wel onderscheiden of het geluid onder water, of alleen wanneer de visch uit het water gehaald is, voortgebragt wordt. Met den mond kan een visch in de lucht smakken. Geluiden, die onder water waargenomen worden, kunnen niet door de lucht worden voortgebragt, tenzij de zwemblaas eene uitvoerende, wijde buis heeft, waaruit de lucht kan ontsnappen. Maar de meeste geluidgevende visschen hebben een gesloten luchtblaas, zooals Sciœna en Trigla. Het geluid moet dus door de beweging van harde deelen, door een kraken of een knarsend geluid van eene geleding, b.v. van het kieuwdeksel of, zooals bij Synodontis, van eene groote, stekelvormige straal worden voortgebragt. De meening van valenciennes, die het tegendeel beweerde, wordt hier op eene stellige wijze door müller bestreden. Het onderzoek is nog niet afgeloopen. Wanneer latere uitkomsten tot onze kennis komen, zullen wij ze aan onze lezers mededeelen.

J. v.d. H.
 

Dr. Theodor Bilharz. Das elektrische Organ des Zitterwelses, anatomisch beschrieben. Leipzig, fol. 1857.

De in weêrwil van talrijke nasporingen, door geoffroy st, hilaire, valenciennes, peters, valentin, savi, wagner, pacini, nog steeds in verscheidene opzigten raadselachtige organen, waardoor sommige visschen het vermogen bezitten om elektrieke schokken te geven, hebben eenen nieuwen en grondigen onderzoeker gevonden in Dr. bilharz, die door zijn voortdurend verblijf in Egypte eene uitmuntende gelegenheid had een dezer visschen, namelijk den in den Nijl en andere Afrikaansche rivieren levenden Silurus electricus l. (Malapterurus electricus lacep.) in verschen toestand en in genoegzaam aantal te verkrijgen, om het moeijelijke onderzoek van het maaksel des elektrischen orgaans met de vereischte zorg en naauwkeurigheid te verrigten. De uitkomsten van dit