Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/157

Deze pagina is proefgelezen
131
DE MENTAWEH-ARCHIPEL EN ZIJNE BEWONERS.

padden, vele soorten van visch, kreeften, krabben, bijen, wespen, mieren, enz.

Na dit korte overzigt van de geographiscbe gesteldheid dier eilandengroep, die, naar ik vermeen, ongeveer 200 vierkante Duitsche mijlen oppervlakte aan vasten grond zal hebben, zal ik overgaan tot het verhaal van het eerste bezoek, dat ik in den jare 1854, aan boord van Zr. Ms. brik de Haai, op die eilanden bragt.

Op Vrijdag den 1 December de reede van Padang verlaten hebbende, kwamen wij, daar de wind steeds noordelijk, dus zeer in ons voordeel was, reeds in den voormiddag van den volgenden dag in de nabijheid van het eiland Zuid-Pora (Sepora) en de groep der Sibero eilanden, peilende op den middag van dien datum: Poelo Sepora Z. 13 W. en de noordelijkste der Sepora eilanden W. w. z. Z.

Sepora, dat wij om de Z.Z.W. en Z.W. koersende naderden, doet zich voor als een vrij hoog, groen en zeer lang eiland, welks nadering van om de N. geenerlei beletselen in den weg liggen. Het bezit aan zijne oostzijde drie baaijen, de Hurlocks, de Saoban en de Selabba-baai, waarvan de Saoban-baai, die wij op eenen afstand van niet meer dan eene halve mijl voorbij liepen, weinig anders is dan een vrij ondiepe inham in het land; de andere, de Selabba-baai, is eene fraaije baai, in welker midden een eilandje ligt met kokosboomen begroeid.

De verkenning van de Selabba-baai wordt den zeeman gemakkelijk gemaakt door een bergje, dat even bezuiden die baai gelegen en van zeer verre zigtbaar is; de Saoban-baai te verkennen is veel moeijelijker, aangezien zij geenerlei opmerkingswaardig punt aanbiedt, en hare hoeken zich ook niet, zooals anders veelal het geval bij baaijen is, donkerder tegen het daarachter gelegen land afteekenen, maar even groen gekleurd zijn als het andere gedeelte der kust.

De Selabba-baai, waar wij ankerden in 16 vdm. water (hebbende zuidhoek Selabba-baai oost, eilandje in die baai, in een met de N.hoek baai N. ½ W. en de Piek van Indrapore O.N.O. ½ O.), is, zooals bereids gezegd is eene zeer goede baai, alleen van het oosten tot het noorden open, en dus voor de noordwestelijke winden, die in deze streken het meest te vreezen zijn, beschut.