dene eilanders, van beiderlei kunne, mede. De vrouwen kwamen echter niet onmiddellijk over, maar eerst later, toen zij aan de verleidelijke toonen onzer handharmonica geen weerstand meer konden bieden.
De kleeding dezer inboorlingen is volstrekt niet onderscheiden van die van Sepora, alléén het schild, dat de mannen op de borst dragen, was op dit eiland driehoekig en hier, bij de meesten, van onder ovaal bijloopende.
Deze eilanders schenen reeds meer met het verkeer van Europeanen gemeenzaam te zijn, althans zij vroegen zelve om rijst te eten, om een stuk geschut voor hen af te schieten, waarover zij met luide kreten hunne verwondering te kennen gaven, enz.
In den namiddag van dien dag bragten wij hun een bezoek in hun doessong, waartoe wij, echter niet zonder hier en daar vast te geraken, de zeer smalle en ondiepe, aan alle kanten door bosch begroeide rivier opvoeren.
Dáár gekomen werden wij met uitbundig gejuich en alle teekenen van vreugde ontvangen, en in een der groote huizen rondgeleid, wier zonderlinge bouw wel eenige nadere beschrijving verdient.
Deze huizen zijn (waarschijnlijk uithoofde van den zeer moerassigen grond, waarop zij staan) gebouwd op ongeveer 1 voeten hooge staken, met balken aan elkander verbonden, waarover eene vloer, gedeeltelijk van planken, gedeeltelijk van bambou, gelegd is. Op dezen vloer staat onmiddellijk een atap en dak, dat eerst een zestal voeten loodregt in de hoogte gaat en daarna glooijend toeloopt. In dat loodregte gedeelte van het dak vervangt een vierkant gat de plaats van deur. Daar nu echter de deur 9 of 10 voeten boven den grond verheven is, heeft men, om gemakkelijk tot haar te kunnen geraken, van vier of vijf rijen bambou, rustende op schragen van dezelfde rietsoort, welke schragen langzamerhand hooger worden, naarmate zij het huis naderen, eene soort van helling of brug gemaakt, welke echter door hare weinige sterkte en breedte, door hare gladheid en beweegbaarheid niet altijd even gemakkelijk voor den voet eens Europeaans te betreden valt. Treedt men nu door de deur binnen, dan komt men in een zeer ruim, vrij hecht, doch slecht verlicht vertrek, welks zoldering prijkt met bekkeneelen van dieren, daar opgehangen als zoovele offers aan