Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/214

Deze pagina is proefgelezen
 

EEN BOEK MET STEREOSKOPISCHE PLATEN.

 

 

Er zijn uitvindingen, die jaren lang onopgemerkt blijven, ja die geheel vergeten worden, enkel uit gebrek aan eene andere uitvinding daarnevens, die ze aanvult en vruchtbaar maakt. Zoo is het b.v. met de beweegkracht door den elektrischen stroom. Als bestond zij niet, zoo volkomen onnut, en dientengevolge zoo onvolmaakt is deze uitvinding tot heden; maar laat er eens een middel gevonden worden om elektrische stroomen op te wekken zonder verbruik van een betrekkelijk zoo kostbaar materiaal als zink, en men zal zien hoe aan het gebruik van den elektrischen stroom als beweegkracht daardoor eene nieuwe toekomst wordt geopend, hoe de uitvinding zich ontwikkelen en volmaken zal, juist omdat en doordat zij dan eerst bruikbaar en nuttig zal geworden zijn. Het zou niet moeijelijk zijn uit de geschiedenis van een aantal der belangrijkste uitvindingen en ontdekkingen aan te toonen, dat zij niet op en uit zich zelve alleen, maar voornamelijk door den invloed van eene andere, in aard en in tijd dikwijls ver daarvan verwijderde uitvinding, in hare ware beteekenis kenbaar en erkend zijn geworden. Ook bij sommige ontdekkingen uit de laatste jaren is dit duidelijk op te merken: bij geene daarvan duidelijker dan bij den stereoskoop. Wat zou deze zijn, wat zou men, om eens eene alledaagsche uitdrukking te bezigen, er aan hebben, indien de stereoskopische figuren nog, even als in den eersten tijd, uit de hand moesten geteekend worden? Wie zou er aan gedacht hebben, om aan enkele bevoordeelden een genot te schenken, zoo als het tegenwoordig voor iedereen toegankelijk is—weet men bijna niet, of men het natuur- of kunstgenot noemen zal—indien niet de photographie ons in staat stelde de dubbelfiguren voor den stereoskoop te verkrijgen, fabriekmatig en dus tegen zeer geringen prijs, met eene uitvoerigheid en juistheid, zoo als buiten haar alleen van de vaardigheid en het genie der grootste kunstenaars zouden te verwachten zijn. Eerst door de photographie is de stereoskoop geworden wat hij is: een verspreider van aesthetisch vormgenot, en dus van een gezuiverden smaak onder klassen der maatschappij, voor welke zulk een genot tot nog toe slechts zeer schaars was te verkrijgen.