Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/220

Deze pagina is proefgelezen
194
DE MOEDERLIEFDE IN DE NATUUR.

geld, hunne driften worden geleid en bestuurd, en bij gemis van kennis, van vooruitziende rede en een berekenend verstand om zelve de middelen te ontdekken ter eigen verdediging en bescherming van hun kroost, schonk de Schepper hun hiertoe de noodige gaven, deed uit hunne bewerktuiging neigingen en instincten voor ieders leefwijze berekend ontkiemen, dacht hen voor, en leidde zoo het geheele dierenrijk als door onzigtbare teugels met eene wijsheid en voorzorg, die alle menschelijke berekeningen verre te boven gaat.

De ingeschapen neigingen zijn uitingen van eenen hoogeren wil, in de dierlijke wereld ingeplant, en daardoor volmaakt als de bron, waaruit zij zijn voortgevloeid; het is de taal, waardoor de Schepper spreekt in de natuur, en zoo is dan ook het ware schoone der natuur niet gelegen in de schitterende kleuren van eene bloem, niet in de pracht van het woud bij eene opkomende zon, noch in het fraaiste landschap, maar in de wijsheid, die ons in alles tegenstraalt, in de gedachten van den Schepper zelven, die wij in de natuur als in een opengeslagen boek kunnen lezen, waardoor zij ons als in een helderen spiegel de wijsheid en grootheid des Scheppers met schitterende stralen duizendverwig, maar altijd zuiver terugkaatst. Het sprekendst openbaart zich het eigenlijke ware schoone der natuur in de liefdevolle moederzorg voor het opkomend geslacht, die zich in het geheele dierenrijk vertoont. Eenige voorbeelden mogen daarvan het bewijs leveren.

 

Het is eene algemeen erkende waarheid, dat eenheid van doel met de grootste verscheidenheid en eenen oneindigen rijkdom van middelen om dit doel te bereiken, in de natuur altijd gepaard gaan. In geen deel der gansche Schepping is dit doel meer in het oog loopende, dan in de zorg voor het voortdurend bestaan der onderscheidene soorten. Het groot verschil echter, hetwelk tusschen de leefwijze en behoeften van de duizende dieren heerscht, die deze aarde bewonen, moest ook een even groot verschil van middelen ten gevolge hebben, waardoor aan dit doel werd voldaan.

Vele dieren leven te kort om voor hun jeugdig kroost te kunnen zorgen, en zijn reeds gestorven als hunne jongen nog niet de eijeren