Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/248

Deze pagina is proefgelezen
222
DE ARTHRODIEËN, DIER EN PLANT VEREENIGD.

In het water, blootgesteld aan den invloed van licht en lucht, ontwikkelen zich verschillende eigenaardige stofsoorten, waarvan een met den naam van Vegetatief (groeijend) bestempeld is, aanwezig in put-, fontein-, rivier-, regen- en zelfs in zeewater, en dat zich op steenen en andere in het water gedompelde ligchamen zet; zij is van eene aangename groene kleur en door priestley het eerst onderzocht. Hieruit ontwikkelt zich, met andere stoffen verbonden, de eenvoudigste plantenvorm, door bory de st. vincent aangewezen, om aan het hoofd van de naamlijst der planten gesteld te worden, onder die van Chaos primordialis. Zij is de eerste vorming van groei, eene eenvoudige kleurschakering over vochtige ligchamen uitgebreid, ten onregte voor het afzetsel van opgeloste Algen en Conferveeën gehouden. Zij is verspreid, overal waar het licht invloed heeft op het water en in alle moerassen kan dringen, in de oesterbanken, in de sloten, langs de wegen, in de grachten der vestingwerken, op de vochtige steenen, aan den voet der muren en elders.

Deze groene stof is zeer ligt te verwarren met eene menigte mikroskopische ligchaampjes, insgelijks groen van kleur, waardoor eenige waarnemers misleid zijn geworden, in het onjuiste denkbeeld verkeerende, dat zij een gedeelte dezer stof uitmaakten, terwijl het eigenlijk reeds wezenlijk georganiseerde wezens zijn, van die stof doordrongen en niet meer de stof zelve in hare grootste eenvoudigheid.

Het is bory de st. vincent geweest, die de eigenschappen bij de ontwikkeling dezer schepping grondig bestudeerd heeft, en al de vormen, die er uit ontstaan, gerangschikt en aan namen verbonden heeft. Van allen verdient het geslacht der Arthrodieën het meest onze aandacht.

Onder dezen naam stelt hij een groot gezin dezer schepsels, te zamengesteld uit individuen, die eene naauwe overeenkomst hebben met de Conferveeën en Algen, terwijl zij tevens zoo zeer de polypen infusiediertjes naderen, dat zij er bezwaarlijk van af te zonderen zijn.

Het eigendommelijke der Arthrodieën bestaat uit vezeltjes, zeer eenvoudig te zamengesteld uit twee buizen, waarvan de buitenste doorschijnend is, en aan het sterkst gewapend oog geene organisatie hoegenaamd vertoont. Het schijnt eene buis van glas te zijn met geledingen afgedeeld (b), gevuld met eene kleurstof, dikwijls flaauw, maar ook levendig groen, paarsch of geelachtig. Deze aldus plantaardig tezamengestelde buizen ontvouwen aan het bewonderend oog,