Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/271

Deze pagina is proefgelezen
245
DE VULKAAN VAN ANTUCO IN CHILI.

woonde streken, vonden zij den bodem aan den voet des vulkaans tot op eene groote diepte geheel omgewoeld door eenen waterstroom, die, hoewel reeds verminderd, nog voortging te vloeijen uit eene spleet aan den kegel. Alles was overdekt met een onaangenaam riekend roodgeel slijk, dat, inzonderheid in de holten van oude lavabedden, vademhoog was opgehoopt, en voor de ruiters zeer gevaarlijk was. De anders steeds heldere Laxastroom was door dit slijk troebel en dik geworden, zoodat het water slechts met moeite voortrolde en zijne gedoode bewoners medevoerde. Dit meermalen door mij bezochte bed is twintig tot dertig schreden breed, drie tot vijftien voet diep en loopt door een gedeelte des bodems, dat uit overoud gruis bestaat. Hoewel te steil om het lang te volgen, herkent men het toch als een diepe groeve tot op de helft des vulkaans en hooger op is het vermoedelijk onder nieuw uitgeworpen gruis bedolven. Aan den krater ziet men daarvan geen spoor, maar de Antucanen beweren toch, dat de waterstroom daaruit zijnen oorsprong nam en wel op grond dat gelijktijdig een groot stuk van den bovensten ring (dien zij el sombrerito, de muts, noemen) naar beneden stortte. Of nu deze water- en slijkuitbraking te weeg gebragt wordt door het naar binnen sijpelend water der gletschers, of dat de holte des vulkaans in verband staat met het nabij gelegen onpeilbaar diepe meer,—ziedaar vragen, waarop ook latere reizigers niet ligtelijk een stellig antwoord zullen kunnen geven.

 

 

Eenen korten tijd hadden wij op den smallen rand van den bovensten kraterring vertoefd, toen het onophoudelijk beven des bodems, de heete zandkorrels, welker aanraking niet te ontgaan was, wanneer zij door de in de diepte huisvestende kracht werden opgejaagd, en de dampen van eenen onaangenamen zuren smaak, die tot hoesten prikkelden, ons dwongen eene standplaats te verlaten, waar ons een blik in de onderwereld vergund was geworden. Niet dan met groote moeite gelukte het ons echter langs de zijden van den kraterwal af te klimmen en zoo weder de ringvormige vlakte te bereiken. Nog een uur lang bleven wij aldaar. Ik verzamelde verschillende soorten van lava's en deed