Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/307

Deze pagina is proefgelezen
279
DE VESUVIUS EN ZIJNE GESCHIEDENIS.

vormen zich secundaire of eruptie-kegels, zooals wij reeds op den top des vulkaans aangetoond hebben. Hoe sterker de uitbarsting, des te lager liggen de eruptie-kegels doorgaans, des te grooter is hun omvang en de massa der uitstroomende lava. Bij de uitbarsting van 1794 vormde zich eene spleet aan de zijden van den Vesuvius, midden in de oude tuffen van den Somma; deze spleet heeft een half uur lengte en vijf minuten breedte en is in drie deelen gescheiden; een kolossale lavastroom brak daaruit te voorschijn, die Torre del Greco verwoestte en ver in zee zich uitstortte. Nevensgaande teekening vertoont ons de eruptie-kegeltjes en lavastroom van 1850 links, en die van 1855 regts.

De lavastroom van 1850

De lava blijft, zooals onze lezers weten, langen tijd gloeijend, hoewel zij zich spoedig met eene begaanbare korst overdekt. Langzaam voortstroomende over zwakke hellingen, biedt zij den natuuronderzoeker veelvuldige gelegenheid aan om haren aard, de daaruit ontwikkelde dampen en hare snelheid te meten, en wanneer de uitbarsting niet buitengewoon hevig is, vindt de bevolking niet alleen tijd hare have te bergen, maar gelukt het niet zelden aan de lava door uitdelvingen den weg voor te schrijven, dien zij tot in de vlakte te vervolgen hebbe, opdat zij zoo weinig mogelijk schade veroorzake.

Als de lava is uitgevloeid, is de spanning van de vulkanische krachten ten einde. De top des bergs vertoont nieuwgevormde, door