Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/320

Deze pagina is proefgelezen
292
DE CARIBITO.

het vogelenheir, of hij spoort de eijeren van schildpadden op en kruidt zijnen maaltijd met geurige specerijen en met welriekende boombasten. Maar juist daar ook wordt den mensch zijne onmagt herinnerd; daar vindt hij een diertje, tegen welks beet hij zich niet beveiligen kan, dat hij niet ontvlugten kan, dat hem nacht en dag vervolgt en pijnigt en tergt: wij bedoelen den muskiet. Als in den zomer in onze woonvertrekken eene enkele mug, de zoogenaamde neef, is ingedrongen en 's nachts ons door haar gegons hindert, dan verbeelden wij ons reeds dat wij vreeselijk geplaagd worden; hooren wij eens hoe de geslachtgenooten van onze muggen het maken aan de oevers van den Orinoko, en daar den heer der natuur teisteren.

Deze vliegjes, tot het geslacht der Tipulae behoorende, zijn daar in zoo ontzettende menigte aanwezig, dat de benedenste luchtlagen van 15 tot 20 voet hoog, als 't ware met die beestjes opgevuld zijn. Elk oogenblik wordt men aangevallen en gestoken; hoe gewoon men ook zijn moge om smart te lijden zonder te klagen, het leven wordt toch bijna ondragelijk door de massaas mosquitos, zancudos, jèjen en tempraneros[1], die alle ontbloote ligchaamsdeelen bedekken, de kleederen met hunnen langen, naaldvormigen zuiger doordringen en, zich in mond en neusgaten begevende, den lijder onophoudelijk doen hoesten en niezen. Geruste slaap is daar niet te krijgen; al omkleedt men zijne slaapplaats met gaas, al brandt men sterkriekende plantendeelen, al ligt men in eene hangmat met gaas overdekt, de muskiet kruipt door de mazen van het gaas, de muskiet steekt door hangmat en kleederen heen. In de missieën en de dorpen langs de rivieren, door digte bosschen omringd, geeft la plaga de las moscas, de vliegenkwelling, eene onuitputtelijke bron van gesprek. Als twee personen elkander 's morgens ontmoeten, is de eerste vraag, niet gelijk bij ons, hoe vaart gij? maar: hoe hebt gij het heden nacht met de zancudos gehad? hoe maakt gij het van daag met de muskieten? [2]. Te Maypurès gaan de Indianen 's avonds uit de dorpen en begeven zich naar kleine

  1. Spaansche benamingen van de vier meest voorkomende soorten van tipulae in Zuid- Amerika.
  2. Que le han parecido los zancudos de noche? como stamos hoy de mosquitos?