Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/338

Deze pagina is proefgelezen
310
DE SPECHTEN IN MEXICO.

aanhoudende droogte bluscht dan het plantenleven uit, even als de koude bij ons, en de lederachtige planten der savanna, die schier geen sap bevatten, voeden dan geen insekten meer, welke gewoonlijk in het onderhoud der spechten voorzien. Zonder dit bestaansmiddel schoot aan de vogels niets anders over dan te verhuizen of van honger te sterven.

Wij waren toen in April, dat is in de vijfde of zesde maand van het doode jaargetijde, en de spechten waren druk bezig met de eikels uit hunne magazijnen voor den dag te halen. Alles doet mij gelooven, dat het de eikels zelve zijn, welke hun tot voedsel verstrekken, en niet de kleine maskers van insekten, die er welligt in bevat zijn, en de wijze, waarop zij zich met deze harde vruchten voeden, is niet minder opmerkelijk dan hetgeen voorafgaat. De gladde en afgeronde eikel kan niet gemakkelijk door de groote voeten van de specht worden vastgeklemd. Ten einde dezen derhalve behoorlijk te bevestigen, zooals vereischt wordt om hem met den snavel te kunnen verbrijzelen, bedient zich de vogel van een zeer vernuftig hulpmiddel. Hij maakt in de soort van schors, die de verdroogde stammen der Yucca's omgeeft, een gaatje juist groot genoeg, om er den eikel met diens smalle uiteinde in te steken, maar te klein om er door heen te gaan. De vrucht in dit gaatje gebragt zijnde, stoot hij haar daar met zijn bek dieper in, zoodat deze er indringt als eene wigge in een blok hout. Op de aldus bevestigde vrucht hamert hij nu met zijnen snavel en verbrijzelt haar met groot gemak, want elke slag doet haar dieper indringen en zich steviger bevestigen. De stammen van zeer vele Yucca's waren, om deze reden, evenals de stengels der Agaven, van talrijke gaatjes voorzien. Wanneer deze boomen sterven, dan laat de hen bedekkende schors los, en daardoor ontstaat, tusschen haar en het hout, eene ruimte, die mede tot magazijn kan dienen, even als het kanaal der Agave-stengels. Onze vogels zoeken van deze omstandigheid dan ook partij te trekken, zij doorboren de doode schors op vele punten en brengen door de openingen ook eikels in de tusschenruimte. Maar dit hulpmiddel schijnt hun weinig te baten, want, daar het magazijn te groot is, vallen de eikels op den bodem van dezen natuurlijken zak, en later weten de spechten niet, hoe zij hen daaruit zullen halen. Werkelijk heb ik dan ook, bij het opligten dezer doorboorde schorsen, in den