uitgestrekt zouden wanen, vergelijkt met hetgeen dienaangaande in het buitenland wordt gevonden, dan blijkt het, dat zij nietig klein zijn in verhouding tot de bosschen van Duitschland en Frankrijk. Het grootste der Nederlandsche bosschen op de kaart van Europa is niet meer dan een onbeduidende stip, terwijl men in Duitschland en Frankrijk op vele plaatsen groote oppervlakten met bosch bezet ziet, om niet eens te gewagen van het Thuringerwald, het Schwarzwald, de Spessart en dergelijke groote boschgronden, die soms meer dan een graad lang zijn.
Het mag mijn doel niet zijn, de aandacht mijner lezers te vermoeijen met de onvruchtbare opsomming van al de bosschen, die in de genoemde Rijken gevonden worden. Ten einde echter eenige voorstelling te geven van de uitgestrektheid gronds, welke in onderscheidene landen van Europa met bosch bezet is, wil ik, naar de opgaven van Rau, de procenten vermelden, welke van de oppervlakte des lands door bosch worden ingenomen. Zij bedragen de volgende hoeveelheden:
Volgens de beste opgaven is in Nederland thans slechts 6.8% van den grond met bosch bezet, zoodat het op twee na de onderste in de rij komt te staan, wanneer men de landen naar hunne boschrijkheid rangschikt.
Zooals de toestand der bosschen tegenwoordig is, is die niet altoos