Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/376

Deze pagina is proefgelezen
348
NAGEMAAKTE PARELEN.

den glans benadeelt en ook omdat de laag binnen in de kogeltjes, aan geene wrijving onderworpen zijnde, slechts weinig behoeft te kleven om vast te zitten.

De parelmaker doet met een glazen staafje een druppel essence in elk kogeltje, en wentelt en draait het vervolgens in alle rigtingen, opdat de vloeistof overal even dik aankleve; hij doet dat zoolang totdat de essence gedroogd is. Dan giet hij er gesmolten was in, steekt er een rolletje papier door heen, en, als het was weder hard geworden is, door dat kokertje een draad, en rijgt zoo doende zeker getal kralen tot eene streng. Die essence is niets anders dan water, waarin eene ontelbare menigte zeer kleine, dunne, platte ligchaampjes drijven. Onder het mikroskoop gezien bestaan zij, voor het grootste gedeelte, uit driehoekige figuurtjes, sommigen evenwel zijn meer spits en eindigen in een uiterst dun puntje; men kan niet bespeuren, dat zij door het wrijven gebroken of gebogen zijn geworden. Die deeltjes bevinden zich zoowel aan de boven- als aan de onderzijde der schub, doch het meest aan de laatste. Réaumur heeft een uitvoerig artikel over die stoffe geplaatst in de Mémoires de l'Académie 1716, p. 235.

Wr.