Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/377

Deze pagina is proefgelezen
 

SCHETS EENER MARKT TE VALENCIA, IN SPANJE.

 

 

De dagelijksche markt te Valencia is overladen met den rijksten overvloed van eetwaren en vruchten, die alle, zelfs de oranje-appelen, naar het gewigt verkocht worden. Alle koopwaren zijn tevens in geregelde orde gerangschikt.

Hier ziet men gansche rijen van boeren, welke uit de welige tuinen der Vega van Valencia niet anders dan kalabassen (eene soort van komkommervormige pompoenen), artisjokken en tomates (liefdesappelen) ter markt gebragt hebben. Daar ziet men het dagelijksch toevoegsel bij de spijzen der Spanjaarden, de ajo[1] of knoflook, tot lange risten gebonden, in groote hoopen opgestapeld en zijne al te sterke geur op verren afstand uitspreidend. Daarnaast liggen reusachtige uijens, van zulk eene grootte, dat een bundel daarvan, die niet meer dan 14 stuks bevatte, door de verkoopster slechts met beide handen kon worden opgeheven. Groene pompoenen liggen in groote hoopen bijeen, langs welke bijna niemand voorbijgaat, zonder eene snede daarvan mede te nemen[2]. De teedere koppen der latuw liggen in geweldige hoopen opgestapeld, die door groote schermen tegen de brandende zonnehitte beschut worden. In eene andere afdeeling der markt waren de voornaamste bestanddeelen eener Spaansche keuken, de drooge peulvruchten, voorhanden, onder welke de garbanzos of citzers (Cicer arietinum) en gedopte groote boonen de eerste plaats bekleedden. Ook was er eenige verkoop van graan: gerst namelijk voor paarden en muilezels en de echte rijst, die in de nabijheid, op de bewaterde velden van Valencia, gekweekt wordt.

  1. Dit woord staat zeker in verband met ons ajuin, hoezeer dit laatste woord bij ons uijen of cipel (van het Latijnsche cepa) beteekent.
  2. In zuidelijker landen zijn de kalabassen en pompoenen veel suikerachtiger en aangenamer van smaak dan bij ons.