Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/440

Deze pagina is proefgelezen
22
ALBUM DER NATUUR.

nevens drie stoffen, waarvan twee in het zoutzuur opgelost blijven, de derde niet. Deze laatste is de chondrine.

S.V.D.K.
 

De wijze, waarop de zenuwen eindigen in het elektrische orgaan der Mormyri. — Prof. ecker, in Freiburg, heeft onlangs (Untersuchungen zur Ichthyologie u.s.w.; 4, met 2 plat., Freib. 1857) omtrent dit onderwerp onderzoekingen bekend gemaakt, die in de hoofdzaak op 't volgende neerkomen: De eerste vermelding betreffende den fijneren bouw van deze organen is van kölliker afkomstig (1849). Eenige jaren later (18S5) onderzocht marcusen de zamenstelling van deze organen. Daarna beschreef ecker zelf, in eene voorloopige mededeeling (1855), den bouw des elektrischen orgaans van Mormyrus dorsalis, en deed als waarschijnlijk kennen, dat zekere buisjes in dat orgaan, waarover de strijd liep, hier inderdaad voortzettingen waren van de primitieve zenuwbuisjes. Bij deze mededeelingen heeft ecker thans eenige korte berigten gevoegd nopens andere soorten van Mormyrus, gegrond op onderzoekingen, die door hem bewerkstelligd zijn zoowel op chroomzuur- als op wijngeestpraeparaten, hem verstrekt door prof. bilharz, te Kaïro. ('t Zal echter noodig zijn, voor sommige punten nadere onderzoekingen te bewerkstelligen op versche praeparaten: waartoe wel niemand beter in de gelegenheid is, dan bilharz)—ecker's onderzoekingen nu hebben het volgende geleerd. Ieder der vier organen der Mormyri vormt eene buis, uit een peesvlies gevormd, dat door talrijke dwarse tusschenschotten, die van de binnenvlakte van het vlies uitgaan, in vele afzonderlijke met eene geleiachtige massa gevulde vakjes wordt verdeeld, en diensvolgens overeenkomt, zoo als kölliker teregt vermeldt, met eene enkele, maar hier horizontaal gelegene kolom van het orgaan der sidderrog. De zenuwen van het orgaan komen voort uit de staartwervelzenuwen. Ieder dwars tusschenschot bestaat: 1) uit een pees- of bindweefselvlies, dat van het buitenste bekleedsel afkomstig; en zamengesteld is uit in alle rigtingen zich doorkruisende bundels van vezelig bindweefsel;—2) naar achteren op dat vlies ligt een tweede fijn, korrelig vlies, dat wezenlijk beslaat uit de uitbreiding der zenuweinden, en door ecker zenuwvlies wordt genoemd. (Dit vlies komt overeen met de elektrische plaat, de plaat der zenuweinden van bilharz.) Het bestaat uit eene fijn-korrelige grondstof, die geheel en al overeenkomt met de grondstof van de centrale organen des zenuwstelsels en den inhoud der gangliëncellen, en bevat talrijke kernen met nucleoli er in. — Aan elk tusschenschot komt een zenuwtakje uit den stam, die in de lengterigting van het orgaan loopt, en verspreidt zich op het plaatje. Het stellig moeijelijkste punt van het onderzoek is de verhouding, die er beslaat tusschen