Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/445

Deze pagina is proefgelezen
27
WETENSCHAPPELIJK BIJBLAD.

leiachtig te maken en daarop volkomen tot eene filtreerbare vloeistof op te lossen. Uit deze oplossing verkrijgt men de cellulose in amorphen staat door haar met een zuur te neutraliseren. De eigenschappen, die de schrijver aan deze amorphe cellulose heeft waargenomen, zijn dezelfde als die van de amorphe cellulose, die door mij reeds voor eenige jaren uit collodion door reductie met ijzerchlorum is bereid. Zij wordt met jodium eerst blaauw na de inwerking van zwavelzuur of chloorzink. Dr. c. cramer heeft later nog een aantal waarnemingen bekend gemaakt aangaande de werking van dit solvens (door hem kortheidshalve Cuoxam genoemd) op natuurlijke plantenweefsels, waaruit blijkt dat deze oplossende werking zich niet bij alle cellulosevormingen op gelijke wijze en met dezelfde intensiteit vertoont. Zetmeelkorrels zwellen onder den invloed van Cuoxam slechts op, maar worden niet opgelost.

G.
 

Reagens op organische bases. Het is bekend, dat het zoogenaamde phosphormolybdaenzuur een ammoniazout vormt, dat in zoutzuur en in salpeterzuur bijna geheel onoplosbaar is, en alzoo een reactief aan de hand geeft op ammoniak-zouten zelfs in zure oplossingen. sonnenschein, de ontdekker van dit feit, heeft nu onlangs waargenomen, dat hetzelfde het geval is met bijna alle gesubstitueerde ammoniakbases en met de alcaloïden, en dat deze zouten zoo onoplosbaar zijn, dat men gemakkelijk met behulp van dit phosphormolybdaenzuur de kleinste sporen van organische bases ook in zure vloeistoffen kan opsporen en afscheiden. Ook voor de geregtelijke scheikunde is deze waarneming van groot gewigt.

G.
 

Lichten van phosphorus.—Nog steeds is de strijd in de wetenschap niet geheel beslist, of het bekende lichten van een pijpje phosphorus in het donker in de dampkringslucht moet toegeschreven worden aan langzame verbinding met de zuurstof, en dus de tegenwoordigheid van deze hier dus onmisbaar is, of dat het aan andere processen, vooral aan verdamping van phosphorus, moet geweten worden. De beroemdste scheikundigen, waaronder wij slechts berzelius vermelden, hebben deze laatste meening verdedigd; tot hunne voornaamste gronden behoort, dat dit lichten of phosphoresceren in sterke mate plaats grijpt in de zeer verdunde lucht van den recepiënt der luchtpomp, benevens in andere geheel zuurstofvrije gassen, b.v. koolstofzuur-, stikstof- of waterstofgas. Het is te vermoeden, dat men bij de onderzoekingen dienaangaande niet de uiterste voorzorgen heeft aangewend om de dampkringslucht, en derhalve de zuurstof, die bij de uitpomping der lucht uit gesloten