van het regts, met het regter oog dat van het links geplaatste deel der figuur. Het effect daarvan is, even als wanneer men in den gewonen stereoskoop ziet, een sprekend relief. En, wat bij den laatsten niet mogelijk is, een aantal personen tegelijk kunnen hetzelfde beeld beschouwen en elkaar hunne aan en opmerkingen dienaangaande mededeelen. Claudet's werktuig heeft boven het gewone dus hetzelfde vooruit, wat een beeldmikroskoop boven een stam-mikroskoop vóór heeft; maar lijdt dan ook aan hetzelfde nadeel: er is zoo geen volkomen duister, dan toch zeer weinig verlicht vertrek tot de vertooning noodig, bij zeer sterke verlichting der voorwerpen.
Eene oude proef in nieuw gewaad. Onder dezen naam beschrijft de graaf schafgotsch in Poggendorff's Annalen (CIII, bl. 349) eene eenvoudige wijze om de bekende verbranding van dampkringslucht—of liever van de daarin bevatte zuurstof—in zoogenaamd brandbare gassen te vertoonen. De daar zeer uitvoerig beschrevene en afgebeelde inrigting komt op het volgende neder. Het middenkanaal van eenen gewonen argandschen gasbrander, liefst een porseleinen met vele openingen, wordt door eene kurk gesloten en door deze kurk eene glazen buis gestoken, die van boven eene opening heeft van 1 à 4 millim. wijd en lang genoeg is om zóó hoog door de kurk te kunnen geschoven worden, dat deze opening in hetzelfde vlak staat met den bovenrand van het glas, hetwelk voor het gewone en ook voor dit gebruik op den brander geplaatst wordt. De rand, die dit glas draagt, wordt van onderen door een daarin gelegd schijfje papier gesloten en op het glas een metalen plaatje gelegd, met eene opening in het midden, wier middellijn ongeveer de helft bedraagt van die van het glas. Stroomt nu door de openingen van den brander het gewone steenkoolgas en door de glazen buis dampkringslucht onder geringe drukking, dan kan men spoedig aan de opening van het metaalplaatje het daaruit stroomende gas ontsteken. In de gele vlam daarvan ziet men dan eene blaauwe aanmonding der glazen buis. Zoodra deze ontstaan is en behoorlijk geregeld met behulp der beide kranen waardoor het gas en de lucht stroomen, trekt men de glazen buis door de kurk heen naar beneden, waarbij de luchtvlam blijft bestaan. De gasvlam kan dan van boven, door het vlug heen schuiven van een papiertje over de opening in de metaalplaat, uitgedoofd worden, waarna dit papiertje weder weggenomen wordt.
Brengt men een niet alkohol bevochtigd kluwentje lampkatoen, aan een ijzerdraadje bevestigd, in het glas en met de luchtvlam in aanraking, dan ontbrandt dit niet, en een in die vlam gebragt papiertje wordt slechts verkoold. Hoe ligt verklaarbaar dit ook zijn moge, heeft het toch voor het oog iets zeer verrassends.