WETENSCHAPPELIJK BIJBLAD.
Over eenige eigenschappen der vertakkingen van elektrische stroomen handelt Dr. bosscha te Leiden in poggendorffs Annalen, 1858, no. 7. De uitkomsten, waartoe hij geraakt is door behandeling van de formulen van kirchhoff voor de stroomintensiteiten, zijn, zoo kort mogelijk weergegeven, de volgende:
1) Wanneer in eenig stelsel van geleiders, waarin elektromotorische krachten, welke ook, werkzaam zijn, zich een geleider a bevindt, waarin de stroomintensiteit = 0 is, dan verandert men niets aan de stroomintensiteiten in de overige geleiders, door a te doorsnijden of geheel weg te nemen of, met andere woorden, den wederstand daarin oneindig groot te maken. Is er geene elektromotorische kracht in a werkzaam, dan veranderen de genoemde stroomintensiteiten ook volstrekt niet, wanneer men den wederstand in a gelijk 0 maakt, of de punten, waarin a uitliep, regtstreeks met elkander in aanraking brengt. Om hetzelfde te verkrijgen voor het geval, dat in a eene elektromotorische kracht werkte, moet men in al de geleiders, die met a in éénzelfde punt uitliepen, eene aan de eerste gelijke en in denzelfden zin gerigte elektromotorische kracht toevoegen,
2) In elk stelsel van draadgeleiders, waarin elektromotorische krachten, welke ook, werkzaam zijn, zal de stroomintensiteit in eenig deel a, voortgebragt door de in eenig ander deel b werkende elektromotorische kracht, gelijk zijn aan die, welke dezelfde elektromotorische kracht als zij in a werkte, in b voortbrengen zoude. Verwekt de in a werkende elektromotorische kracht geen stroom in b, dan wordt de stroomintensiteit in a niet veranderd, wanneer men b doorsnijdt of wegneemt, dat is den wederstand daarin oneindig groot maakt, of ook wanneer men de punten, waarin b uitliep, regtstreeks met elkander in aanraking brengt, dat is den wederstand in b gelijk 0 maakt. Door het aanbrengen van diezelfde veranderingen in a verandert men ook niets aan de stroomintensiteit in b.
Om het overzigt te vergemakkelijken, hebben wij getracht de 5 verschillende stellingen van Dr. bosscha hierboven in twee zamen te vatten. Voor het bewijs dier stellingen en de ontwikkeling van eenige opmerkelijke gevolgen daarvan, moeten wij naar de verhandeling zelve verwijzen.