Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/539

Deze pagina is proefgelezen
11
PLANEET SATURNUS.

dat het ijs- of sneeuwmassa's zijn, en komt van hier ligtelijk tot het besluit, dat er, even als op aarde, een dampkring moet wezen, waarin bij afneming van temperatuur eene verdigting en neerslag gevormd wordt, even als van waterdamp, waaruit dan tevens het bestaan van eene op water gelijkende vloeistof zoude volgen.

Daar de planeet zich in 24 uren en 37 minuten om hare as wentelt, zoo zijn de dagen er ruim een half uur langer dan op aarde. De jaren duren er 1 jaar en 321 dagen van ons. De helling der as bedraagt 61° 18'. De koude luchtstreken strekken zich dus tot bijna 29° van de beide polen uit. De heete luchtstreek ligt even zoo ver ter wederzijden van de linie, en is alzoo 58° breed, zoodat de gematigde luchtstreken er slechts 32° breedte hebben, en dus merkelijk smaller zijn dan op aarde.

Het verschil in de afwisseling der jaargetijden moet er grooter wezen dan op de aarde, en nog te meer door de groote uitmiddelpuntigheid der baan, waardoor voor het noordelijk gedeelte een lange zomer, maar voor het zuidelijk deel een lange en strenge winter ontstaat. De zon schijnt voor Mars nagenoeg half zoo groot als voor ons, en oefent er onder gelijke omstandigheden ook half zooveel invloed uit.

Van Mars onzen togt vervolgende, bevinden wij ons, na verloop van 10 minuten, te midden van de groep der Asteroiden. Wij kennen er thans 56[1], maar zonder twijfel is 't getal veel grooter, en terwijl vele voor ons onzigtbaar zullen zijn, doordien zij zich op afgelegene deelen harer loopbanen bevinden, zoo zijn er ook velen in de nabijheid, en de gelegenheid, die wij hebben om ze nu meer van nabij te beschouwen, kan ons overtuigen, in hoeverre de opgaven van bruhns, observator aan de sterrewacht te Berlijn, juist zijn, die onlangs de middellijn van de grootste, Vesta, op 49,4 en van Atalanta, als de kleinste, op 4,4 geogr. mijl heeft bepaald. De inhoud van allen, die wij kennen, te zamen genomen zoude slechts 22,600 kub. mijlen beloopen, overeenkomende met een bol van 76 mijlen middellijn, dat is, van een zesde gedeelte der maans-middellijn.

Op de vleugelen des lichts ons verder spoedende, zijn wij, na verloop van 20 minuten, in de baan van de grootste aller planeten, van Jupiter.

  1. Begin van November 1858.