verhoeden, beweegt men de plaat in eene loodregte rigting heen en weder en houdt haar dan horizontaal. Binnen weinige minuten is de collodionlaag door de verdamping van den ether en den alkohol vast geworden. Vervolgens dompelt men de plaat in de volkomen onzijdige oplossing van salpeterzuur zilver, beweegt haar daarin op en neder tot het vocht er geheel gelijkmatig over heen vloeit, en dan is zij gereed om in de camera te worden overgebragt en den indruk te ontvangen.
Met de aanwending van het collodion als drager van het iodzilver was de laatste groote schrede gedaan om de photographie te brengen op de hoogte, die zij thans bereikt heeft. Echter zijn nog verscheidene andere verbeteringen ingevoerd, die, hoewel van minder gewigt, toch mede bijdragen om tot zekerder uitkomsten te geraken. Zoo is het galnotenzuur als middel tot te voorschijn roeping van het beeld thans vervangen door het pyrogalluszuur of door zwavelzuur ijzeroxydul, beide in zwakke waterige oplossingen, waarbij een weinig azijnzuur en zwavelzuur zijn gevoegd. Beide deze stoffen munten boven het galnotenzuur uit door de grootere snelheid, waarmede zij het verborgen beeld op de plaat doen verschijnen. Ook is in het cyan-potassium eene tweede zelfstandigheid gevonden, die, even als de onderzwaveligzure soda, het onontlede zilverzout oplost en daardoor het beeld fixeert. Het werkt krachtiger en bezit bovendien het voordeel van de witte tinten helderder te doen uitkomen.
Nog een tal van middelen zijn aanbevolen, reeksen van recepten zijn medegedeeld, waaronder er verscheidene zijn, die met vrucht door den photograaph zullen worden gevolgd. Doch het was mijn doel niet hier te treden in de bijzonderheden der praktische photographie. Zij die daarvan meer wenschen te weten, moeten zich wenden tot de geschriften, waarin de verschillende werktuigen, handgrepen en aan te wenden stoffen met de noodige uitvoerigheid beschreven en vermeld worden[1].
- ↑ Als eene zeer goede handleiding, waarvan mij de bruikbaarheid bij ondervinding gebleken is, kan ik hier aanprijzen het boek van julius krúger, Vademecum des praktischen Photographen, etc. Dritte Auflage, Leipzig 1858. Ook het kleinere werkje van r. le grice, Erfahrungen auf dem Gebiete der praktischen Photographie levert een voor den beginnende zeer voldoend overzigt. Er zijn nog een