Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/682

Deze pagina is proefgelezen
154
HET LEVEN EN WERKEN VAN LINNAEUS.

blijven. De eigenlijke bevruchtingsdeelen der bloem werden reeds door millington in de meelknopjes gezocht, gelijk grew in een gesprek met hem vernam, waarvan hij in zijne ontleedkunde der planten melding maakt. De naaste voorganger echter van linnaeus was vaillant[1], op wiens redevoering over het maaksel der bloemen de aandacht van linnaeus, gelijk wij boven opteekenden, reeds in 1729 gevestigd werd. Linnaeus zag nu, dat meeldraden en stampers in de bloemen niet minder verschilden dan de bloemkroon, en begon een nieuw stelsel des plantenrijks te ontwerpen, waarvan hij de eerste schets aan Dr. celsius mededeelde, 'tgeen hem aan prof. rudbeck bekend deed worden.

Het plantenstelsel van linnaeus is geene natuurlijke verdeeling, maar, dat vele van zijne klassen en orden niet met de natuurlijke verwantschappen der planten strijden, is eene aanbeveling van zijne rangschikking. In den tegenwoordigen tijd wordt dat stelsel niet meer algemeen gevolgd, maar heeft voor onderscheidene natuurlijke methoden moeten wijken, die langzamerhand als wijzigingen van de methode van jussieu ontstaan zijn. Wij vermeenen echter, dat bij het onderwijs der botanie en bij het onderzoek der planten voor den aanvanger dit stelsel nog altijd gewigtige diensten bewijst, en misschien meer geschikt is om jeugdige beoefenaars der wetenschap aan te lokken, dan het, meerdere kundigheden veronderstellende, natuurlijke stelsel. Men moet wel onderscheiden tusschen de wijze, om tot kennis te geraken, en tusschen de methode, om het reeds gekende te rangschikken.

Eene tweede hoofdverdienste van linnaeus omtrent de botanie, die ook in meerdere of mindere mate zich tot de geheele natuurlijke geschiedenis uitstrekt, is de vaststelling van de juiste beteekenis eeniger kunsttermen, deels om de onderscheidene organen aan te duiden, deels om wijzigingen van vorm ordelijk en gelijkmatig te benoemen. Daardoor vooral is de Philosophia Botanica in zekeren zin een wetboek voor de natuurbeschrijvers geworden.

  1. Sebastien vaillant, Démonstrateur des Plantes du Jardin royal à Paris. Zijn Discours sur la structure des Fleurs verscheen in 1718 te Leiden bij p. van der aa, met eene latijnsche vertaling.