Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/700

Deze pagina is proefgelezen
172
HOE MEN IN HET JAAR 1618

Son omtrent twintich mael so hooch, dat is een millioen mylen. So is dan de Comeet gheweest tusschen Son en Mane, omtrent derdehalf hondert duysent mylen hooch. Voeghen oock daarby dat de voorschreven Comeet gewandelt heeft uyt Zuydtweste nae 't Noordoost, van Tropico Capricorni af (ongevaer) tot aen Tropicum Cancri, dragende haer voorschynsel ofte baert ex adverso Solis, dat is teghen de Son, behalven dat tycho seyt dat het somtydts een weinich scheelde. Nae sulcke verhael moet aristoteles ghevoelen vallen, niet alleenlijck soveel angaet de plaetse van de Cometen, maer oock die stoffe ende oorspronck. Want hy niet ghelootlyck en schynt, dat de Elementischen dampen, als wesende een ἔκκριόιν dat is een suyveringhe van de hoge lucht, so hooch connen optrecken, ende aldaer sodanige massa maken, dat so groot sal zijn als de honderste deel van 't aerdryck; dat is een cloot van ses-en-twintich millioenen mylen groot. So groot sal wesen die honderste deel van onsen aerdschen kloot. Wy swygen nu van 't gene dat de Sporades sterren in de melcstraete alle dagen tot hun nootdruft ofte playsier verteren; 't welck veel meer moet wesen als een Comeet."

Mulerius wil met deze redenering het ongerijmde van aristoteles gevoelen aanwijzen. Aangenomen, dat de komeet van 1577 volgens de waarneming van tycho brahe zoo groot was als het honderdste gedeelte van onzen aardbol, dan zoude zij een inhoud hebben van 26 millioenen kubieke mijlen. De geheele inhoud van onzen aardbol bedraagt ook naar de jongste opgaven de enorme massa van ruim 2650 millioenen kubiek mijlen. En dat nu het honderdste gedeelte daarvan 26 millionen kubieke-mijlen, in den vorm van een "vetten, taeyen damp door de zon uit de aerde tot de hoogte van 250,000 mijlen zou opgetrokken worden," en dat bovendien eene even groote, of nog grootere massa uit de aarde zou afgescheiden worden om de in den melkweg verstrooide stof, die daar als een dunne vlam gestadig vlamt, te onderhouden, dat mogt wel de ongerijmdste van alle ongerijmdheden heeten, daar die melkweg-sterren zeker alle dagen wel ééne komeetmassa "tot hun nooddruft ofte playsier" noodig hebben, zoodat daardoor alleen binnen honderd dagen de geheele aardmassa verteerd zoude zijn. Waarlijk, het was een teeken van zijn gezond menschen-