Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/807

Deze pagina is proefgelezen
279
ALEXANDER VON HUMBOLDT.

zijn en scheen het inderdaad niet te bemerken, als hij in den loop van het gesprek vijf of zes maal van taal verwisselde. Hij bleef niet langer dan tien minuten op zijn stoel zitten, maar stond dikwijls op en wandelde door de kamer heen en weder, terwijl hij nu en dan eene afbeelding vertoonde, of een boek opende om zijne gezegden te verklaren."

Nadat taylor eenigen tijd met humboldt over zijne voorgenomen reis naar Lapland en door Midden-Azië gesproken had, was eindelijk de tijd, voor zijn bezoek toegestaan, verstreken.

"Seiffert verscheen eindelijk en zeide tot hem op een toon, even vertrouwelijk als eerbiedig: "het is tijd!" en ik nam afscheid.

"Gij hebt veel gereisd en vele ruïnen gezien," zeide humboldt, terwijl hij mij de hand reikte; "thans hebt gij er ééne meer gezien."—"Geene ruïne," was onwillekeurig mijn antwoord "maar eene pyramide." Ik drukte de hand, welke die van frederik den groote, van forster, den reisgenoot van cook, van klopstock en schiller, van pitt, napoleon en josephine, van de maarschalken van het keizerrijk, van jefferson, hamilton, wieland, herder, göthe, cuvier, la place, gay-lussac, beethoven, walter scott, in één woord, van alle groote mannen, die Europa in drie vierde gedeelten van eene eeuw voortgebragt heeft, gedrukt had. Ik zag in dat oog, hetwelk niet alleen de tegenwoordige geschiedenis der wereld in hare afwislende tooneelen had zien voorbij gaan, totdat de handelende personen de eene na den andere verdwenen, om niet weder te keeren, maar hetwelk ook de katarakten van Atures en de wouden van Cassiquiare, den Chimborasso, den Amazon en Papocatapetl, de Altaï-Alpen van Siberië, de Tataren-Steppen en de Kaspische zee beschouwd had. Zulk een schitterende rijkdom van ervaringen is eene waardige belooning voor een leven, zoo vol van edelmoedige zelfopoffering voor de wetenschap. Ik heb nooit zulk een verheven voorbeeld gezien van hoogen ouderdom, gekroond met onvergankelijke gevolgen, vol van de rijkste wetenschap, verlevendigd en verwarmd door de edelste eigenschappen des harten. Eene ruïne, voorwaar!—Neen, een menschelijke tempel, voleindigd als het Parthenon!"

Zijn vriend Freiesleben, met wien hij reeds in zijne jongelingsja-