vogel reisde, werden aangetroffen. Na eene korte scheiding, bleven zij later nog eenigen tijd te Kuka bijeen. Hier moest echter barth nog lang na het vertrek van vogel vertoeven, om zijn in Sinder achtergelaten eigendom, waarvan de veroveraar abd e rhaman zich had meester gemaakt, gedeeltelijk terug te ontvangen. Eerst in den aanvang van Mei verliet hij deze stad in gezelschap van een Teboe-koopman, kolo, en trok nu wederom, in eene meer oostelijke rigting dan bij zijne uitreize, door de groote woestijn, en kwam den 13 Julij in Moersoek terug. Onder gewone omstandigheden kon de reiziger rekenen, dat hier alle bezwaren en moeiten van zijnen togt overwonnen waren. Maar de onderdrukking der Turksche Regering had oproerige bewegingen in deze gewesten doen ontstaan, die de reis eenigen tijd vertraagden, en barth noodzaakten, om gedeeltelijk van den gewonen weg af te wijken. Barth werd daardoor nog eenige dagen te Ssokna opgehouden, een met beplantingen van Dadelpalmen en vruchtboomen versierd stadje, welks inwoners een bijzonder dialect der Berbertaal spreken. Van hier trok hij langs eenen westelijken weg (trik el Merhoma genoemd) naar Tripoli, terwijl hij onder weg nog in het dal Wadi Semsen eene ontmoeting had met Arabische opstandelingen, van welke hij echter in vrede afscheid nam, en die hem versche kameelen verhuurden om zijne reis te bespoedigen. Zoo bereikte barth eindelijk in de laatste dagen van Augustus Tripoli, vertoefde er slechts vier dagen, stak toen met eene Turksche stoomboot naar Malta over en maakte hier wederom van eene stoomboot naar Marseille gebruik, vanwaar hij over Frankrijk zich onverwijld naar Engeland begaf; den 6 September kwam hij te Londen aan.
Wanneer men het kort verhaal van dezen togt gevolgd heeft, en daarbij de nieuwste kaarten van Afrika raadpleegt, die vóór deze ontdekkingsreize waren uitgekomen, zal men zien niet slechts welk eene groote uitgestrektheid van het centrale Afrika door dezen reiziger doortrokken werd, maar ook hoevele streken hij het eerst onder alle Europeanen heeft bezocht, waaromtrent men geene of slechts zeer onvolledige berigten had. Door deze reis is bepaaldelijk de loop van den Niger tusschen Timboektoe en Ssai eerst bekend geworden, die op de kaarten alleen door gissingen bepaald of volstrekt niet was