Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/858

Deze pagina is proefgelezen
330
DE TWEE GEWIGTIGSTE NEDERLANDSCHE

custos aangewezen; ik mogt het echter niet in handen nemen, het bleef achter het slot, gelijk de meeste zaken van waarde aldaar."

Het hier medegedeelde feit is niet van belang ontbloot. Het is, voor zoo ver mij bekend is, de eerste maal, dat van eene glazen lens, uit de eerste jaren onzer jaartelling afkomstig, gewag wordt gemaakt. Dat zij uit glas en niet uit bergkristal bestaat, wordt juist door den verweerden staat, waarin zij zich bevindt, bewezen.

Het laat zich ter naauwernood aannemen, dat degenen, die zulke lensvormige doorschijnende steenen en glazen vervaardigden, geheel onbekend zouden gebleven zijn met hun vergrootend vermogen. En toch, hoe zonderling het ook wezen moge, vindt men daarvan in de schriften der ouden met geen enkel woord gewag gemaakt.

Slechts ééne plaats, bij plinius voorkomende, duidt aan, dat hun het gebruik van eene holle lens, als middel om aan de bijziendheid te hulp te komen, niet geheel onbekend was. Aldaar vindt men namelijk vermeld: dat keizer nero de gevechten der gladiators door een smaragd aanschouwde, terwijl uit de gebezigde bewoordingen schijnt te volgen, dat deze smaragd hol geslepen was, iets dat nog waarschijnlijker wordt, doordat het van elders blijkt, dat nero werkelijk bijziende was.

Ziedaar derhalve het eerste bekende voorbeeld van het gebruik van een lorgnet, om een schouwspel beter te zien. Doch de voor bijzienden geschikte hol geslepen lenzen vergrooten geenszins, maar verkleinen daarentegen.

Echter had men opgemerkt, dat glazen met water gevulde bollen de daarachter geplaatste voorwerpen vergroot vertoonen. Doch seneca, die dit vermeldt, begreep de zaak zoo weinig, dat hij de oorzaak dezer vergrooting geenszins aan de gedaante van het doorschijnende ligchaam, maar aan het water zelf toeschreef.

Dat overigens het glas, even als de edelgesteenten, door de ouden in allerlei vormen geslepen werd, volgt uit verscheidene plaatsen der reeds genoemde schrijvers. Eene groote vermaardheid hadden de glasfabrieken van Sidon; aldaar werd het glas geblazen, gegoten en geslepen. Ook werden toen reeds valsche diamanten uit glas gemaakt. Ja zelfs schijnen de ouden reeds in het bezit van brandglazen geweest