Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/922

Deze pagina is proefgelezen
2
ALBUM DER NATUUR.

Verder meent hij, dat chlorium, bromium enz. niet als enkelvoudige ligchamen moeten worden beschouwd, maar als ozoniden, dat is, als verbindingen van ozone met een enkelvoudig radikaal. Dat van het chlorium noemt hij murium. Chlorium is dan een peroxyd van murium en zoutzuur is oxyd van murium verbonden met water. In waarheid is deze voorstelling een terugkeer tot de oude theorie der waterstofzuren, die sedert h. davy verlaten was. De tijd en nader onderzoek zullen moeten leeren, wat daarvan waar is. Schönbein is voornemens eene uitvoerige verhandeling over dit onderwerp te geven in de werken der Beijersche Akademie.

Hg.
 

Ouderdom van den mensch in Egypte. Bij Cairo heeft men op den bodem van een 59 voet diep boorgat, dat geheel door het Nijl-alluvium gaat, eene potscherf gevonden van 1 duim in doormeter en ¼ duim dikte, die aan beide zijden tegelrood gekleurd is. Indien het nu waar is, zoo als men berekend heeft, dat de Nijl in elke eeuw slechts eene 3¼ duim dikke slijk-laag afzet, dan zoude deze scherf 13,375 jaren oud zijn en bewijzen, dat reeds 7625 jaren voor de regering van Koning menes, den stichter van Memphis, aldaar een volk leefde, hetwelk de pottebakkerskunst verstond. (horner in Phil. Magaz. 1858, VII p. 229).

Hg.
 

De komeet van Donati.—Later, wanneer de waarnemingen van dit prachtige hemelverschijnsel, op verschillende observatorien verrigt, meer volledig bekend zijn geworden, hopen wij in de gelegenheid te zijn aan onze lezers een meer uitvoerig verslag daarvan te kunnen geven. Voor het oogenblik vergenoegen wij ons met de mededeeling van de volgende waarnemingen van chacornac op het observatorium te Parijs.

Van den 10 tot den 25 September vertoonde zich de kern als een tamelijk scherp begrensd ligchaam. Alleen bij sterke vergrooting (tot 770 maal) verdween deze scherpe begrenzing en vertoonde zich de kern als een lichtnevel, die in het midden het sterkst verdigt was. De nevel rondom den kern was van den 14 September af in haar zuidelijk gedeelte sterker verlicht dan in het noordelijke. Den 23 September vertoonde zich de kern omgeven van drie half cirkelvormige lichtnevels; in de beide schitterendste was eene afwisseling van lichte en donkere stralen of strepen waarneembaar, vergelijkbaar bij de spaken in een wiel. Zeer digt bij den kern zag men nog een vierde nog meer lichtgevend omhulsel, dat er zich van afscheidde onder den vorm eener spiraal. Dit spiraalvormig omhulsel scheidde zich later meer en meer van den kern af en werd tot den 7 October opgevolgd door nog drie andere dergelijke spiraalvormige omhulsels, die zich achtereenvolgens van den kern afscheidden; op den 16 October nam chacornac wederom een nieuw omhulsel waar, zoo-