WETENSCHAPPELIJK BIJBLAD.
Amylum door insekten afgescheiden. Reeds in meer dan één geval is amylum in dierlijke weefsels aangetroffen. Dat het ook een excretieproduct van dieren zijn kan, leert eene merkwaardige waarneming van den heer dobson op van Diemensland. Deze bevond, dat eene soort van bladluis, behoorende tot het geslacht Psylla, tegen de ondervlakte der bladeren van Eucalyptus eene kleine, gele of witte cocon spint, die uit vermicelliachtige dooreen geweven draden bestaat, welke door iodium blaauw gekleurd worden.
Dit opmerkelijke feit is onlangs door eene mededeeling van den heer trécul aan de Fransche Akademie bevestigd geworden (Compt. rendus XLVII. p. 688).
Zijde van Saturnia Spini. Onder de vlinders, welker spinsel op de wijze van dat des zijdewormvlinders kan gebezigd worden, behoort ook Saturnia Spini. Daar de maskers zich met de bladeren van de overal groeijende Prunus spinosus, Rosa canina, en van eenige wilgensoorten voeden, zoo kwam reeds in 1784 w.r. heeger te Berchtholdsdorf, in de nabijheid van Weenen, op het denkbeeld, om hun fraai, wit en stevig spinsel in het groot tot eene soort van zijde te verwerken. Zijn zoon, e. heeger, zette de proefnemingen voort, en het gelukte dezen reeds vóór verscheidene jaren een product te verkrijgen, dat op zijde geleek. Daar het spinsel, wanneer het in den vorm van cocons verkregen wordt, zich moeijelijk laat af haspelen, zoo noodzaakte heeger, door eene eenvoudige handelwijze, de rupsen zich over een vlak te bewegen, waardoor hij stukken van 6 duim breedte en 12 duim lengte verkreeg.
Tot hiertoe is het echter nog niet gelukt de rups kunstmatig voort te planten, hetgeen wel eene der eerste voorwaarden is, waarvan het welslagen der technische aanwending van dit spinsel afhangt.
Hoe dit zij, s. jenny heeft onlangs aan de Weener Akademie den uitslag bekend gemaakt van een scheikundig onderzoek dezer soort van zijde, waarvan de hoofduitkomst is, dat zij in algemeene zamenstelling en eigenschappen zeer nabij komt aan de gewone zijde des eigenlijken zijdeworms. (Sitzungsber. d. kais. Akad. XXX, no. 17, p. 327.)
De paalworm. In de vergadering der Natuurkundige afdeeling der koninklijke Akademie van den 27 Nov. j.1., werden door den heer w. vrolik eenige me-