nam, dat de grondstoffen van de bestanddeelen van het buskruid (1 at. salpeter, 1 at. zwavel en 3 at. kool, de kool beschouwd als zuivere koolstof) zich bij de ontploffing zoo omzetten, dat de kool ten koste van de zuurstof van den salpeter tot CO2verbrandt, en de stikstof in gasvorm vrij wordt, terwijl het kalium op het oogenblik dat het vrij wordt zich met den zwavel tot KS verbindt. . Dit is evenwel niet overeenkomstig de werkelijkheid, en bunsen en schischkoff hebben aangewezen, dat de processen bij de ontploffing van buskruid veel meer gecompliceerd en de producten van een geheel anderen aard zijn, dan men tot nu toe aannam. Zij verrigtten hunne proefnemingen bij gewonen druk der atmospheer en met eene en dezelfde soort van-buskruid, dat op 100 deelen bestond uit:
Zij verbrandden eene bepaalde hoeveelheid van dit buskruid in door hen zelven zamengestelde apparaten, en bevonden, dat de vaste ontledingsproducten bestonden uit
De gasvormige ontledingsproducten bevatten