Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/954

Deze pagina is proefgelezen
34
ALBUM DER NATUUR.

Schönbein leidt daaruit af, dat de eersten eene andere soort van geactiveerde zuurstof bevatten dan de tweede; de in de eersten voorkomende zuurstof is identisch (in werking) met het gewone Ozon, weshalve hij deze klasse met den naam van Ozoniden bestempelt. De actieve zuurstof der tweede noemt hij Antozon, en hen zelve Antozoniden.

Brengt men een Antozonid met vrij Ozon of met een Ozonid onder zoodanige omstandigheden te zamen, dat de wisselwerking kan plaats hebben, dan ontwikkelt zich onder reductie der superoxyden vrije zuurstof, in inactieven staat, b.v. bij het schudden van ozon met waterstofsuperoxyde, of met bariumsuperoxyde, bij het bevochtigen met water van een mengsel van bariumsuperoxyde met lood-, zilver-, of mangaansuperoxyde, of bij het overgieten van zoodanig een mengsel met zoutzuur. De reden daarvan is, naar schönbein, daarin gelegen, dat de activiteitstoestanden van het Ozon en van het Antozon polair aan elkander tegengesteld zijn, welke polariteiten zich bij het zamentreffen der superoxyden, waarin zij bevat zijn, opheffen en daardoor de reductie van deze laatste onder vrijwording van inactieve zuurstof bewerken.

Nu verhouden zich de halogenen (althans het bromium) tegenover waterstofsuperoxyde als Ozoniden, d.i. bromium met HO² overgoten, doet inactieve zuurstof ontwikkeld worden, onder vorming van broomwaterstofzuur. Deze reactie is naar de gewone theorie niet dan hoogst gewrongen te verklaren, maar zeer goed naar de oudere beschouwingswijze van berthollet, volgens welke de halogenen superoxyden van een onbekend radicaal zijn, indien men namelijk dan daarbij aanneemt, dat een gedeelte der zuurstof, die zij bevatten, als ozon daarin voorkomt.

Laten wij op schönbein's voorbeeld de gewone zuurstof door O, het ozon door O+, het antozon door O- voorstellen, verder door Q het hypothetische radicaal van het bromium, dan zal

QO + HO voorstellen het broomwaterstofzuur,
QO + O+ het bromium.

en de reactie tusschen dit laatste en het waterstofsuperoxyde (HO + O-) zal worden uitgedrukt door het diagram;

QO + O+ = QO + HO
HO + O- = O+ + O+ = 2 O.

Men gevoelt wel, dat deze beschouwingswijze voor controle door de proef vatbaar is, want in die onderstelling moet waterstofsuperoxyde, door bromium ontleed, meer zuurstof (in gewigt) geven, dan het alléén kan afgeven, wanneer het tot water wordt gereduceerd. Dit bewijs blijft schönbein voorals nog schuldig.

Neemt men schönbein's hypothese aan, dan verklaart zich hoogst gemakke-