Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/980

Deze pagina is proefgelezen
60
ALBUM DER NATUUR.

afscheiding door de huiduitwaseming versterkt, die door de nieren verminderd. 5. Op den groei en de chemische zamenstelling der beenderen oefent de exstirpatie van den thymus invloed uit -, deze invloed hangt af van den graad van de ontwikkeling der beenderen ten tijde der exstirpatie.

Pathologie, 1. Noch in den normalen, noch in den hypertrophischen toestand ondergaat de thymus eene andere tijdelijke opzwelling, dan die, welke plaats heeft na den maaltijd, en de hyperaemische en periodische opzwelling, die men tot dus ver bij den hypertrophischen thymus aangenomen heeft, bestaat niet. 2. Noch in den normalen, noch in den hypertrophischen toestand kan de thymus de ademhaling bemoeijelijken of den bloedsomloop storen, of de ademhalingszenuwen drukken. 3. Noch in den normalen, noch in den hypertrophischen toestand kan dus de thymus den bloedsomloop der hersenen of de innervatie van de spieren der glottis belemmeren, 4. Op grond van deze stellingen, door anatomische en physiologische nasporingen bewezen, kan men vaststellen, dat er geen asthma thijmicum bestaat. (Compt. rend., Tom. XLVIII, p. 799.)

D. L.
 

Proefnemingen van Volpicelli over wrijving-elektriciteit.—In een brief aan despretz (Compt. Rend., XLVIII, bl. 954), deelt V. het volgende mede:

1. Als men den duim en wijsvinger van de eene hand bedekt met eenig goed daar om heen sluitend weefsel, in de andere hand een staafje zegellak of schellak of jalappehars vat, en dit laatste tusschen de beide zoo bedekte vingers wrijft, dan wordt dit positief elektrisch, als men zacht,—negatief daarentegen, als men hard wrijft. Wrijft men nu het staafje weder zacht, dan gaat na eenige streken de negatieve elektriciteit door O heen weder in positieve over; deze positieve kan men door harder wrijven op dezelfde wijs weder in negatieve doen overgaan en deze afwisseling doen voortgaan zoo lang men wil. Wanneer het kleine harsstaafje lang in rust is geweest en de toestand van den dampkring gunstig is, zal men de eens daarop door sterk wrijven ontwikkelde—E in + E kunnen doen overgaan, enkel door met de bekleede vingers zeer digt langs de oppervlakte heen te strijken, zonder die aan te raken. Als men eene dikke staaf zegellak neemt van omstreeks een el lang, door sterk wrijven met laken geheel negatief maakt, zal zij, nadat men met hetzelfde laken twee of drie malen ligt daarover heen heeft gestreken, eene gemengde polariteit, dat is op de eene plaats + en op de andere—E vertoonen.

2. Met eene glasstaaf, met katten- of vossenvel gewreven, neemt men dezelfde verschijnselen waar; het is daartoe echter noodig, dat die staaf vrij lang zij, langer dan vier decimeters althans.

3. Ook kalkspaath en seleniet vertoonen hetzelfde, maar omgekeerd in zoo