Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/985

Deze pagina is proefgelezen
 

WETENSCHAPPELIJK BIJBLAD.


 

Oogen op kieuwen.—Bekend is het, dat bij sommige ringwormen de oogen op zeer van den eigenlijken kop verwijderde gedeelten des ligchaams geplaatst zijn. Zoo staan bij de soorten van Polyophthalmus, behalve drie aan den kop, ook nog een groot getal oogen langs de randen der ligchaams-segmenten. (Z. quatrefages, Ann. d. sc. natur. 3me ser. XIII Pl. 2 fig. 1, 12). Bij Amphicora hebben de wijfjes zelfs twee ware oogen op het staarteinde (Schmidt). Kölliker vond nu bij een tot de Capitibranchiata behoorenden ringworm, die op de kust van Schotland leeft en reeds vroeger door dalyell onder den naam van Amphitrite Bombyx beschreven was, oogen, welke in tweederlei opzigt merkwaardig zijn. Vooreerst door hunne plaatsing, ten getale van 18 lot 20, op de kieuwstralen, waarop zij als bolle pigmentvlekken uitpuilen, en ten tweede door dat elk dezer oogen een zamengesteld oog is, geheel herinnerende aan de zamengestelde oogen der insekten. Hij vond in elk oog 15 tot 18 naar de kristalkegels der insektenoogen gelijkende ligchaampjes. Uit hoofde der bijzondere plaatsing der oogen bij dit dier, stelt kölliker voor den naam te veranderen in dien van Branchiomma Dalyelli (Zeits. f. Wiss. Zoöl. IX, p. 536).

Hg.
 

IJzer in den toestand van zeer fijne verdeeling.—In de laatste vergadering van Natuuronderzoekers te Carlsruhe gehouden, werd door magnus de volgende proef vertoond.

Het is bekend, dat men sedert eenige jaren in de geneeskunde fijn verdeeld metallisch ijzer bezigt, hetwelk verkregen is door reductie van ijzeroxyd door waterstofgas. Indien dit ijzerpoeder goed bereid is, dan is het zoo oxydeerbaar, dat het van zelf in de lucht ontvlamt en onder verspreiding van levendige vonken verbrandt. Nu is onlangs in Tyrol eene fabriek opgerigt, waarin mede dergelijk ijzerpoeder wordt bereid, doch op mechanischen weg, vermoedelijk door zeer fijne vijlen. Dit ijzerpoeder verbrandt echter niet van