Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/989

Deze pagina is proefgelezen
69
WETENSCHAPPELIJK BIJBLAD.

bragt hij één droppel daarvan op het papier en zag nu veelal, als het zich bij de indompeling reeds volkomen onzijdig vertoonde, aan den rand van den droppel nog eene kleurverandering. Op deze wijze onderzocht vertoonden 30 cub. centimeter kalkwater, door zuringzuur geneutraliseerd, weder eene duidelijke alkalische reactie na toevoeging van 4 of 5 droppels gewoon kalkwater en eene zure na bijvoeging van ¼ cub. cent. der zuringzuur oplossing. Men kan dus van het kalkgehalte tot op ¼ milligram zeker zijn.

De aard van dit Bijblad laat niet toe aangaande deze methode en de proeven, waardoor pettenkofer hare genoegzame naauwkeurigheid heeft aangetoond, in nadere bijzonderheden te treden. De daarin belangstellenden moeten wij verwijzen naar de oorspronkelijke verhandeling, die te vinden is in de Abhandlungen der Naturwissenschaftlich-technischen Commission der Königlich Bayerischen Akademie zu München, 2er Band. Het zij ons alleen veroorloofd, hier nog iets in het midden te brengen aangaande het doel, waartoe deze methode voornamelijk is bestemd.

Dit doel is het onderzoek naar de mindere of meerdere geschiktheid der dampkringslucht in eene beslotene ruimte voor de ademhaling. Pettenkofer neemt hierbij aan, zooals al zijne voorgangers en voor zoover ons bekend is in het algemeen alle schrijvers over dit onderwerp, dat die meerdere of mindere geschiktheid hoofdzakelijk door het gehalte aan koolzuur in de lucht wordt bepaald, of althans daarmede evenredig is. Zou dit juist zijn? Zou niet de invloed van de verontreiniging der lucht door de met allerlei organische stoffen bezwangerde huiduitwaseming, minstens even groot zijn als die van het door de ademhaling gevormde koolzuur? En mag men aannemen, dat de afscheiding dezer stoffen even geregeld, even standvastig geschiedt? Wij herinneren hier aan proeven van f. herbert baker, (Sanitary Review 1858, pag. 70, en daaruit in de Schat der Gezondheid, 1859, pag. 249) waaruit blijkt, dat de schadelijke werking van lucht bij eene vermenging met 0,5 per duizend maatdeelen zwavelwatergas minst genomen even groot is als die van lucht, welke met 15 per duizend deelen koolzuurgas of met een dertigmalen grooter volume van dit gas was gemengd. Eer dat de wetenschap zal kunnen gezegd worden de techniek volkomen op het punt van ventilatie te hebben voorgelicht, zullen er nog een groot aantal proeven behooren genomen te worden over de bestanddeelen van het gas en dampmengsel, dat door de huiduitwaseming in de lucht wordt opgenomen, over de veranderingen, welke deze stoffen door rotting en dergelijke scheikundige werkingen ondergaan, en over den invloed van de aldus veranderde stoffen op het dierlijk organisme.

Ln.