Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/143

Deze pagina is proefgelezen
117
OF ZOOGENAAMDE "KOPPENSNELLERS" VAN DIT EILAND.

stroom. Het fijne zand wordt overgegoten op platte, min of meer trechtervormige, houten nappen, die horizontaal met de handen onder water worden gehouden en steeds snel in de rondte gedraaid, ter afslibbing en vergemakkelijking van het opzoeken der kleine diamanten. Daar bij deze bewerkingen, in sommige diamant-mijnen, van 200 tot 1000 arbeiders worden gebezigd, is het niet te bevreemden, dat op dezen steeds een naauwlettend toezigt moet worden uitgeoefend door opzigters en onderopzigters, die bovendien elkander wederkeerig controleren, ten einde het ontvreemden zooveel mogelijk tegen te gaan[1]. De aangelegde diamant-putten worden op eene overeenkomstige aanwijzing verlaten, als zij ontgonnen zijn; te weten door het stuiten op eene meer donker gekleurde zand-laag, met onslijpbare zwarte diamanten, "de diamant-ziel" genaamd, zou met zekerheid het verdwijnen van goede diamanten daar ter plaatse worden aangekondigd.

Het is overigens te bejammeren, dat juist de diamant- en andere mijnen, behalve door het onttrekken van zoo vele krachten aan den veld-arbeid, ook nog op eene andere wijze zeer nadeelig werken op landbouw en veeteelt, zooals dit treffend door schwaner wordt geschilderd: "Den aanblik, zegt hij, van een verlaten mijn-district vertoont het beeld van wilde verwoesting. Met zand- en rolsteenen

  1. Zooveel mogelijk, want geheel kan dit niet geschieden. Men beweert zelfs, dal de arbeiders grootere diamanten vindende in een onbewaakt oogenblik die zouden doorslikken, om ze later op zekere plaats terug te vinden. Men heeft dit betwijfeld in de onderstelling, dat diamanten, even als of meer nog dan glas, vergiftig zouden werken op maag en dunnen. Intusschen geldt dit denkbeeld meer voor grof diamant-poeder, dan voor geheele ongeslepene diamanten, zoo als hier. Die zullen gewis weinig kunnen schaden. Hetzelfde kan echter niet gezegd worden van het vermelde poeder, welks scherpe kristallijnen punten in de darmbuis gevaarlijk kunnen worden, ofschoon oudere Schrijvers, zooals lindestolpe, paris en anderen, dit gevaar, in hunne beschrijvingen van het pulvis adamantum lethalis, voorzeker hebben overdreven. Wanneer intusschen schenck, na het nemen van eene proef met dit poeder op zich zelven, deszelfs geheele onschadelijkheid aanneemt, zoo moet ik herinneren aan de naar het schijnt authentieke vergiftigings-verhalen daarmede uit het Oosten. Althans men meent daar als zeker te mogen stellen, dat de bewoonsters der harems, in de Serails van Alexandrië, Kairo, Konstantinopel, Smyrna, zich meermalen van kant maken, door hare diamanten tot een grof poeder te stampen en dit in hare sorbets in te nemen.