Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/161

Deze pagina is proefgelezen
133
OF ZOOGENAAMDE "KOPPENSNELLERS" VAN DIT EILAND.

vergiftige blaas- of spat-pijltjes[1]. Het daartoe dienende drijf- of blaasroer,—zooals het op de bijgevoegde plaat met de getatoueerde Ngadjoes is afgebeeld[2],—is veeltijds voorzien van een vizier of mik- en altijd van eenelans-punt. Dit wapen, of althans eene gewone lans of werp-spiets, is van hunnen persoon even onafscheidelijk als het korte zwaard (eene soort van klewang, "mandau" of "parang" genaamd), dat bij hen in zooverre de plaats der Javaansche en andere krissen schijnt te vervullen, als het nagenoeg nimmer wordt afgelegd. Bij de Ot-danom's zijn zelfs de vrouwen steeds met eene lans of met een blaas-roer gewapend. Tot verdediging dient een vrij lang doch smal schild, en in oorlogstijd nog eene afzonderlijke kleeding, zijnde een kurasvormig wambuis van boomschors en katoen, opgevuld of opgeblazen en uitwendig soms versierd en versterkt door schelpen of groote visch-schubben.

Niettegenstaande dit schijnt het gebruik van vuurwapens, hoezeer beperkt, toch ook op Borneo meer en meer toe te nemen. Zelfs in de binnenlanden zag schwaner deze meermalen. -In den versterkten kampong van een inlandschen pangerang in de Gouvernements-landen van Bandjermasin werden door hem in diens wapen-kamer eens een 80tal, blijkbaar zeer goed onderhouden geweren waargenomen, aan de zoldering opgehangen! Evenzoo schrijft hij, dat het fabriekaat der buksloopen als het meest beroemde produkt bekend staat uit eenige streken van de midden- en boven-Barito. In Broenei, inzonderheid bij de zeeroovers, zoowel op hunne praauwen als in hunne bentings, hebben ook brooke en keppel herhaaldelijk geschut aangetroffen. Zoo werden zelfs, bij gelegenheid van eenen togt tegen eenige roovers-forten aan de Batang loepar-rivier aangelegd, niet minder dan 64 metalen kanonnen benevens vele oude ijzeren stukken buit gemaakt!

Het "koppensnellen".—Het aanvallende wapen, waarvan

  1. Zie daarover het voornaamste opgeteekend in mijne Handleiding der Vergiftleer, Plantenvergiften, blz. 415, 2 druk. Onlangs ontving ik bij menigvuldige toezendingen van vergiftige pijltjes van Borneo ook het vergift zelf, zooals het daar in den binnenlandschen handel voorkomt, van den Kolonel en chef der Mil. Gen. dienst in N. Indië, den Heer g. wassink.
  2. Zie de vorige aflevering.